AlgemeenAchtergrond

Van paard naar trekker naar robot

Halverwege de jaren zestig voltrok zich een revolutie op het Nederlandse platteland. Het boerenpaard verdween. In 1964 waren er voor het eerst meer trekkers dan paarden. De mechanisering van de landbouw kon nu echt beginnen.

Landbouwtechnicus Willem Hoogmoed, nu docent aan Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, groeide zelf op op de boerderij en kan zich de omslag nog herinneren. ‘Mijn vader hield de paarden aan, nadat hij zijn eerste trekker had gekocht. Nadat mijn broer het bedrijf had overgenomen gingen de paarden de deur uit.’

Dat de trekker zou gaan winnen van het paard was volgens Hoogmoed in de jaren vijftig nog niet zo logisch als het nu lijkt. ‘Die kleine trekkertjes van toen wogen ongeveer een ton en hadden een vermogen van 20 pk.’ Twintig keer zoveel als 1 pk, dat wel, maar een paard slipt niet weg, een licht trekkertje wel. ‘Dus in de praktijk was het verschil in trekkracht een stuk kleiner dan je op het eerste gezicht zou denken.’

Een trekker was zeker voor de oorlog een flinke investering, die lang niet altijd loonde. In de jaren dertig waren er boeren en smeden die oude auto’s ombouwden tot trekker. De Wageningse hoogleraar Maurits Frans Visser gaf de zelfbouwtrekker in 1936 zelfs een geleerd verfje door een ‘Wageningse autotrekker’ te ontwerpen. Een koopje voor 500 gulden, in de tijd dat een echte Amerikaanse trekker al snel het drievoudige kostte.

De trekker werd onvermijdelijk toen er steeds meer landbouwwerktuigen speciaal voor werden ontwikkeld. ‘In het begin spanden boeren de paardenploeg achter de trekker. Dan is het voordeel niet zo groot, maar toen er speciale zaaimachines en zo kwamen voor trekkers werd het verschil met het paard wel erg groot.’

Een trekker uit de beginjaren is een dwerg in verhouding met de enorme machines van nu. ‘Wij hebben nu één van de grotere trekkers van Claas te leen voor een onderzoeksproject, 300 pk en tien ton.’ Die zware machines zorgen voor nieuwe problemen, de grote druk op de bodem zorgt voor bodemverdichting. De slechte structuur van de bodem zorgt onder andere voor een slechtere waterhuishouding. Op kwetsbare bodems in Brazilië gebruiken boeren al langer een systeem van ver voor de trekker, niet ploegen.

Hoogmoed ziet voor Nederland een grote kans voor niet kerende grondbewerking, waarbij de grond niet wordt geploegd, maar veel oppervlakkiger wordt losgewoeld. ‘In de Verenigde Staten, Zuid-Amerika en Australië zijn ze daarmee al een stuk verder. Europa loopt achter. Dat heeft ook met de omvang van de bedrijven te maken, en met de gewassen. Als je aardappelen en bieten teelt ontkom je er niet aan om de bodem te verstoren. Ze moeten immers de grond uit.’

Een mogelijkheid om de bodem minder te verstoren die vooral door biologische boeren is onderzocht is het werken met vaste rijpaden. ‘Daar zie je een toenemende belangstelling voor. Je hebt daar wel speciale machines voor nodig. Ik denk dat op termijn veel boeren dat systeem gaan gebruiken, maar de omslag zal misschien nog even duren. Het is een hele investering.’ Als dat gebeurt, zal dat ook duidelijk worden op de openbare weg. De trekker voor een vast rijpad is een meter breder dan een gewone trekker. ‘

Of misschien kiezen akkerbouwers in de toekomst juist niet voor groter en sterker, maar voor kleiner en slimmer. ‘Je kunt je ook systemen voorstellen waarbij een groepje kleinere apparaten zelfstandig het veld in trekt om te wieden of te bemesten. Met kleine robotjes die voltijds werken kun je ook heel wat werk verzetten.’

Beheer
WP Admin