Partner
Foto: Barenbrug RundveePartner

Van 5 hectare gras wordt maar 4 hectare gevoerd

Met het inkuilen van 50 hectare gras heeft een melkveehouder ruim € 75.000 aan voer onder het plastic. Genoeg reden om zuinig te zijn op het wintervoer, waarbij vooral de conservering zorgt voor onnodige verliezen. Met het gebruiken van een toevoegmiddel blijft de kwaliteit behouden, verbetert de conservering en vermindert het verlies. “Een verzekering voor goed en smakelijk ruwvoer”, aldus Harmen van der Sluis van Barenbrug. “Bovendien: het levert zo 1 tot 1,5 kilo melk per koe per dag meer op.”

Op de vraag of melkveehouders een toevoegmiddel bij het inkuilen gebruiken antwoordde 44% tijdens een Boerderij-webinar ‘nee’. Een gemiste kans, vindt Harmen van der Sluis, technisch specialist ruwvoer bij Barenbrug. “Bij het inkuilen en het voeren van graskuil kunnen veel verliezen ontstaan, tot wel 20%. Dat betekent dat je van de 5 hectare die je inkuilt uiteindelijk maar 4 hectare gras ook werkelijk aan die koeien voert”, rekent hij voor. “Het komt door verlies aan kwaliteit door niet optimale conservering en verlies bij het uitkuilen door broei en schimmels. Terwijl dat eigenlijk goed te voorkomen is.”

Met een inkuilmiddel zijn die verliezen te beperken. “De omzetting in de kuil gaat met het toevoegen van een inkuilmiddel sneller. Zo blijft de kuil fris en behoudt het de kwaliteit bij het openen en voeren van het gras.” Het resultaat is 1,5 tot 2 liter melk per koe per dag meer, zo rekent Van der Sluis voor. “40-50 VEM meer per kilo droge stof is geen uitzondering. Bij een opname van 8 kilo droge stof gras uit het rantsoen is dat 400 VEM, dus een liter melk. Een hogere VEM betekent ook een hogere opname, dus nogmaals een halve tot een liter meer melk.”

Oorlog in de kuil

Gras inkuilen betekent verliezen. Een vers-grasmonster laat in het voorjaar al gauw 1.100 VEM zien, maar dat komt uiteindelijk niet voor de koe beschikbaar. Op het veld, met perssappen, in de conservering en bij het uitkuilen, oftewel voeren (zie tabel) treden verliezen op.

Bron: DLG - Praxishandbuch Futterkonservierung / Tabel: Barenbrug
Bron: DLG - Praxishandbuch Futterkonservierung / Tabel: Barenbrug

De kunst is deze verliezen zoveel mogelijk te beperken. “De verliezen bij de conservering zijn te sturen met een inkuilmiddel”, geeft Van der Sluis aan. Met het inkuilen van gras vindt een heel scheikundig proces plaats onder het plastic. “Eigenlijk is het oorlog”, noemt hij het met een knipoog. “De goede bacteriën proberen het te winnen van de slechte bacteriën’, beschrijft hij de ‘strijd’. “Daarvoor zijn suikers nodig en er ontstaat er schade aan eiwit dat in de kuil wordt afgebroken door slechte bacteriën”, geeft Van der Sluis aan. Melkzuur en azijnzuur gaan het uiteindelijk winnen van boterzuurbacteriën, schimmels, gisten. Echter, het proces kost energie. “Hoe korter het proces van conserveren duurt, hoe meer er beschikbaar blijft voor de koe”, vat de specialist samen, terwijl hij het inkuilmiddel noemt als oplossing om het ‘leger’ goede bacteriën te versterken. “Je zet als het ware ‘special forces’ in. Met een inkuilmiddel voeg je meer goede bacteriën toe zodat de conservering sneller gaat, de kuil eerder stabiel is en de hoeveelheid en kwaliteit van het voer gewaarborgd blijft.”

Gericht toevoegmiddel gebruiken

De vraag over het toevoegen van het inkuilmiddel leverde tijdens het Boerderij-webinar overigens nog twee andere antwoorden op. 25% van de melkveehouders gebruikt één toevoegmiddel, 32%, dus bijna een derde, werkt met verschillende middelen. “Ze voegen een toevoegmiddel toe afhankelijk van de situatie”, weet Van der Sluis, die uit heel veel kuiluitslagen duidelijk de toegevoegde waarde van het inkuilmiddel schetst. “Een goede kuil in november winnen, met 20% droge stof? Ja, het kan. Met het juiste toevoegmiddel kwam de VEM op 950”, zegt hij. Hij voegt er aan toe dat een droge, suikerrijke eerste snede een ander toevoegmiddel vraagt. “Een toevoegmiddel dat propyleenglycol aanmaakt voor ruwvoer met een gezonde energiebalans, dat een energieboost geef aan het melkvee.”

Gezondere koeien die maximaal ruwvoer opnemen van hoge kwaliteit, daar word je als melkveehouder blij van

Van der Sluis adviseert melkveehouders dan ook gericht een toevoegmiddel te gebruiken bij het type gras wat geoogst gaat worden en het doel van de oogst. “Vergelijk het met de olie in de werkplaats van de loonwerker. Daar staan verschillende soorten olie met elk een eigen toepassing. Voor een versnellingsbak, motor of hydrauliek kun je niet dezelfde olie gebruiken. Met plantmateriaal is het ook zo, gras heeft gedurende het seizoen een andere samenstelling en een droog, suikerrijk product vraagt een ander toevoegmiddel dan een nat, eiwitrijk product’, noemt hij met het voorbeeld van vorig jaar bij de hand. “De eerste snede had heel veel zonuren gehad. Met uiteindelijk suikergehalten van 100 tot 200 op de kuiluitslag vraagt dat toch een enorme omzetting in die pens van de koe.”

De ruwvoerspecialist noemt het toevoegmiddel dat propyleenglycol aanmaakt, Bonsilage Fit, revolutionair: “Naast melkzuur en azijnzuur geeft de aanmaak van propyleenglycol gezonder voer voor de koeien. Gezondere koeien die maximaal ruwvoer opnemen van hoge kwaliteit, dat is waar je als melkveehouder blij van wordt.”

  • Minder ruw as in de kuil betekent minder ‘foute’ bacteriën.

  • Let op een schone kuilplaat en een schoon erf.

  • Maak een bewuste keuze voor het inkuilmiddel.

  • Kies het koelste moment van de dag om in te kuilen.

  • Bedenk: van gras groeit gras.

  • Houd de exponentiële groei in de gaten: van 3 naar 4 ton droge stof gaat sneller dan van 2 naar 3 ton.

  • Maai je een zwaardere snede, dan betekent dat hoger maaien.

  • Sluit de kuil zo snel mogelijk luchtdicht af om de goede bacteriën aan het werk te zetten.

Beheer
WP Admin