Tips voor een optimale coccidiose-sprayvaccinatie

Natuurlijk heeft elke vaccinatiemethode zijn eigen standaardmaatregelen die nodig zijn voor de juiste uitvoering, en zelfs dan zijn foutjes zo gemaakt. Het uitvoeren van een coccidiose-vaccinatie van uw koppels gaat dus niet altijd vanzelf goed. Daar komt echt wel wat bij kijken. In dit artikel handige tips en weetjes om de optimale resultaten uit een sprayvaccinatie te halen.

Wist u dat …

• Voor aanvang van vaccinatie alle silo’s en voerlijnen vrij moeten zijn van coccidiostatica?
• Restanten van coccidiostatica namelijk de werking van alle coccidiose-vaccins negatief kunnen beïnvloeden?

15 handige tips voor een coccidiose-sprayvaccinatie

1. Schud de flacons 30 seconden voor aanmaak van de vaccinoplossing.
2. Voor kuikens is een kleurstof zeer aantrekkelijk om het poets- en pikgedrag te bevorderen. Hierdoor wordt het vaccin bij uw koppel beter opgenomen. Gebruik daarom altijd een kleurstof! Daarnaast kunt u makkelijk zien of alle kuikens goed geraakt zijn.
3. Zorg voor actieve kuikens. Kuikens moeten voor, tijdens en na de vaccinatie goed actief zijn en blijven! Zonder actieve kuikens wordt het vaccin niet goed opgenomen. Actieve kuikens pikken en poetsen elkaar en nemen daardoor het vaccin beter op. Kuikens die niet actief zijn, zitten in elkaar en vertonen niet of nauwelijks pik- en poetsgedrag.
4. Zet de kuikens in de entbubbel, kratjes of entzone dicht tegen elkaar aan, zij aan zij
5. Zorg dat er in de entbubbel geen gaten zitten waar kuikens kunnen rondscharrelen. Maar kuikens mogen ook niet hutjemutje zitten.
6. Loop tijdens het vaccineren niet door de entbubbel of entzone heen.
7. Controleer voor vaccinatie of het sprayapparaat goed werkt. Check vooraf met water of de spraykop goed functioneert zodat de juiste druppelgrootte bereikt kan worden.
8. Check de juiste druppelgrootte: de druppels moeten meer dan 200 microgram groot zijn en zeker niet kleiner. Daarnaast dienen de druppels qua grootte zo egaal en gelijk mogelijk te zijn.
9. Schud het sprayapparaat tijdens het vaccineren regelmatig om uitzakking van oöcysten te voorkomen.
10. Spray rustig, beweeg de lans niet te snel, maar wel op enige hoogte, over de kuikens heen in een gelijkmatige beweging.
11. Raak alle kuikens met het vaccin. De kuikens zullen door de kleurstof rood kleuren.
12. Verspil zo min mogelijk vaccin. Spray in de entbubbel, entzone of kratjes en spray de randen of buitenkanten niet mee.
13. Controleer direct na de coccidiose-sprayvaccinatie de lichaamstemperatuur van de kuikens. Pas de omgevingstemperatuur direct aan als de lichaamstemperatuur afwijkend is.
14. Controleer een half uur na vaccinatie de tong van de kuikens. Deze dienen de kleur van de kleurstof te hebben. Zo kunt u zien of de kuikens het vaccin binnen hebben gekregen.
15. Laat de kuikens pas vrij als alle entstof is opgenomen. Dit is dus nadat alle kuikens droog zijn. Dit duurt minimaal een half uur.

Wist u dat …

• U de kuikens tijdens het vaccineren in de entbubbel of kratjes niet onder of in het verlengde van een warmtestroom moet zetten?
• Een warmtestroom uitdroging van het vaccin en oververhitting van uw kuikens kan veroorzaken? Dit kan impact hebben op de resultaten van de vaccinatie.

Kijk voor meer informatie op onze website