‘Salmonellapreventie primair verantwoordelijkheid van pluimveehouder’

Is de preventie van salmonella een zaak van de pluimveehouder, of is het een ketenverantwoordelijkheid? Luc Frencken, medewerker bij Eierfarm Stals, en zijn dierenarts Marc Heijmans gaan over deze vraag in gesprek.

Preventie staat centraal in de samenwerking van Frencken en Heijmans. Het uitgangspunt: niet bezuinigen op kwaliteit. De lat ligt dan ook hoog bij het duo. Zowel in de inrichting van het bedrijf als bij zaken als de vaccinkeuze gaan ze altijd voor de best mogelijke optie.

Scheiding bedrijfsfuncties

Heijmans loopt maandelijks met Frencken door de stal. Op beide locaties van het bedrijf, in Nederweert en Ospel, is douchen verplicht voor iedereen die de stal of het eierlokaal ingaat. Stal en eierlokaal zijn strikt gescheiden en het magazijn is afgesloten van de rest van het bedrijf, zodat de chauffeur van de eiertransporten het bedrijf niet hoeft te betreden.

“Het scheiden van de bedrijfsfuncties is heel belangrijk”, vindt dierenarts Heijmans. “Gelukkig voeren steeds meer bedrijven deze scheiding door. Het eierlokaal is een draaimolen voor salmonella, zeg ik wel eens. Vrachtwagens komen op verschillende bedrijven en je werkt met plastic trays die niet altijd goed schoon zijn.”

Verantwoordelijkheid pluimveehouder

Heijmans noemt hier al de rol van andere schakels in de keten, die ook invloed kunnen hebben op de pluimveegezondheid. Transport, materialen van derden en erfbetreders zijn allemaal risicofactoren voor insleep van bijvoorbeeld salmonella.

Toch zijn Frencken en Heijmans het erover eens dat salmonellapreventie in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de pluimveehouder. “Wij moeten er zelf voor zorgen dat we salmonella buiten houden en het bedrijf zo inrichten dat de kans op insleep minimaal is”, vindt Frencken. “Natuurlijk heeft iedereen die hier komt zich aan de protocollen te houden, maar wij moeten dat zo gemakkelijk mogelijk maken.”

Heijmans is het met hem eens: “De pluimveehouder zal zelf moeten zorgen voor een goede hygiënebarrière en zorgvuldig moeten werken, om insleep en verspreiding van ziektes te voorkomen. Dat gaat van verplicht douchen tot bijvoorbeeld ongediertebestrijding.”

Vaccinkeuze

Wanneer salmonella wel een gespreksonderwerp tussen Heijmans en Frencken is, is bijvoorbeeld bij het bespreken van het entschema van de opfokhennen. Eierfarm Stals regelt zelf de opfok van de hennen die ze als kuiken aankopen. Frencken: “Bij het vaststellen van het entschema volg ik de adviezen van Marc. Daarbij kijken we eigenlijk alleen naar kwaliteit en duur van de bescherming, niet naar de kosten. We gaan voor de beste optie, klaar.”

De pluimveehouder vaccineert daarom al enige tijd met Salmonella DUO, legt Heijmans uit. “Dat is technisch gewoon het beste, omdat het de langste en breedste bescherming biedt. De basis is wat mij betreft altijd AviPro Salmonella DUO. Op hoog-risicobedrijven kiezen we soms voor een aanvullende injectie voor extra immuniteit, ook al is er geen wetenschappelijke onderbouwing voor die combinatie.”

Economische impact

Niet vaccineren is voor Frencken geen optie. Heijmans: “Natuurlijk is vaccinatie nooit waterdicht, al is het maar omdat er geen enkel vaccin is dat helemaal tot het einde van de ronde beschermt, maar wat mij betreft kun je niet zonder. De economische impact van salmonella is zo groot. Daarnaast hebben we als eierketen een verantwoordelijkheid op het gebied van volksgezondheid én voor het imago van de sector. Het is dan ook terecht dat er subsidie wordt gegeven op vaccineren. Voor Luc is dat niet relevant, maar ik vrees dat er een groep is die wel zou stoppen met vaccineren als er geen subsidies zouden zijn. Dat is absoluut niet in het belang van de sector.”