‘Mercosur-verdrag biedt kansen’

De wereld lijkt op zijn kop te staan. De Amerikaanse president Trump heeft de wereldhandel in grote verwarring gebracht door de afkondiging van invoertarieven, en door vervolgens die boodschap weer af te zwakken en op een korte baan (90 dagen) te schuiven.

De beweging van de Republikeinse Amerikaanse president houdt ook in Nederland de gemoederen bezig. Voor de Kamerfractie van Nieuw Sociaal Contract zijn de schuivende handelspanelen reden om zich nu achter het Mercosur-handelsakkoord tussen de Europese Unie en haar Zuid-Amerikaanse handelspartners te scharen.

Daarmee is precies de helft van de coalitie (VVD en NSC) opeens voor het Mercosur-verdrag. PVV-minister Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) is nog niet van plan nu hom of kuit te geven. De VVD roept de regering (samen met D66) op om zich uit te spreken voor het EU-Mercosur-verdrag. Klever is dat niet van plan.

Geen garantie op gelijk speelveld

Sommige partijen keren zich tegen een verdrag omdat een handelsverdrag geen garantie biedt op een gelijk speelveld voor de Europese boeren en hun collega’s in de landen waarmee verdragen worden afgesloten. Op zich klopt die redenering. Maar streven naar een gelijk speelveld is eigenlijk in strijd met het idee van handel. Bij handel laat je de productie elders plaatshebben omdat het daar beter kan, de geologie er meer geschikt voor is, de transportlijnen kort zijn, er een grote kennisinfrastructuur is, of omdat de ondernemers het beter doen.

Op die punten heeft de Nederlandse landbouw nog steeds op veel buitenlandse evenknieën een grote voorsprong. Alleen dat al zou Nederland niet te huiverig moeten maken voor een goed handelsakkoord – zolang maar verzekerd is dat we geen importspullen in Europa toelaten die we zelf niet mogen produceren, of die geproduceerd zijn onder omstandigheden die we onacceptabel vinden.