NSC nu voor Mercosur, ChristenUnie twijfelt

De Amerikaanse president Trump zorgt ervoor dat de opvattingen in het Nederlandse parlement over het Europese handelsverdrag met Zuid-Amerikaanse landen (Mercosur) schuiven. Coalitiepartij NSC sprak zich dinsdagavond 22 april uit vóór de afsluiting van het verdrag. ChristenUnie twijfelt nog, terwijl de partij eerder uitgesproken tégen het verdrag was. Coalitiepartij VVD en oppositiepartijen Volt, CDA en D66 zijn voor. Een Kamermeerderheid van PVV, GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren en BBB is tegen.

De positie van de Tweede Kamer is van belang voor het standpunt dat Nederland binnen de Europese Raad inneemt. Het kabinet heeft nog geen positie ingenomen. Het verdrag moet door het Europees parlement worden goedgekeurd en daarna mogelijk door de lidstaten worden geratificeerd, voordat het kan ingaan.

Kamerlid Wytske Postma (NSC) maakte in een debat over door Trump aangekondigde importtarieven duidelijk dat wat NSC betreft er lang genoeg gepraat is over het Mercosur-verdrag. “Waar we eerder terughoudend waren, steunen we het verdrag nu. Het Mercosur-verdrag biedt kansen. Het opent markten, het kan helpen om inflatie te dempen en het biedt een alternatief in een wereld waarin traditionele partners zich ineens van ons kunnen afkeren.”

‘Nieuwe realistische houding’

Postma zegt nog steeds zorgen te hebben over een ongelijk speelveld in de landbouw. Daarom moet Europa ervoor zorgen dat de strikte regels voor voedselveiligheid, duurzaamheid en dierenwelzijn ook gelden voor productie die vanuit Mercosur-landen worden ingevoerd.

Henk Vermeer (BBB) zegt dat het niet alleen gaat om voedselveiligheid, maar ook om de productieomstandigheden (bijvoorbeeld voor dierenwelzijn). Daarvoor gelden in Europa strengere regels voor de boeren dan in Zuid-Amerikaanse landen. Vermeer hield D66-woordvoerder Jan Paternotte voor dat Europese boeren alleen eerlijk kunnen concurreren met hun Zuid-Amerikaanse collega’s als de productiestandaarden hetzelfde zijn.

‘Sector gaat er op vooruit’

Paternotte op zijn beurt constateert dat BBB kiest voor de belangen van de kalverhouderij, de vleesveehouders, “maar niet van de kippenboeren, zelfs niet van de varkenshouders. We weten uit analyses dat de Nederlandse landbouwsector er per saldo op vooruitgaat”, aldus Paternotte.

VVD’er Roelien Kamminga zegt dat na extra onderhandelingen juist heel veel waarborgen voor de landbouw in het verdrag zijn gekomen. Het verdrag ken volgens haar meer plussen dan minnen. Volgens haar hoeft de rundvleeshouderij zich niet al te veel zorgen te maken over de import uit Zuid-Amerika “Laten we reëel zijn: het betreft één biefstuk per Nederlander per jaar, als het gaat om wat er geïmporteerd wordt. Dat is dus redelijk beperkt.”