Meer rundvee met IBR in Vlaamse handel

Het behalen van de IBR-vrije status in 2027 staat voor België onder druk. Hoewel 99,6% van de bedrijven al een IBR-vrije status heeft, zijn vorig jaar meerdere bedrijven opnieuw getroffen door IBR.

De blijvende aanwezigheid van IBR-positieve dieren baart Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) zorgen. Daarom roept de organisatie de federale overheid op maatregelen te nemen en hekelt ze onder meer derogaties die besmette bedrijven kregen. Door sommige bedrijven gedeeltelijk vrij te stellen van de regels werd de afvoer van IBR-dragers uitgesteld. In combinatie met handel en transport dragen de vrijstellingen bij aan de nieuwe besmettingen.

Opnieuw besmet met IBR

Tussen november 2024 en half januari 2025 werden 440 dragerdieren gevonden op 47.475 verhandelde dieren. Insleep van dragers is een van de redenen dat IBR-vrije bedrijven opnieuw besmet raken. Volgens DGZ gaat het inmiddels over twintig bedrijven. Eind januari telde Vlaanderen 783 dragerdieren, een verdubbeling in aantal ten opzichte van november 2024.

DGZ roept de veehandel op zijn verantwoording in de IBR-bestrijding te nemen. Na vervoer van een besmet dier naar het slachthuis moet de vrachtwagen ontsmet worden. Volgens DGZ-directeur Benedikt Sas gebeurt dat niet altijd. Sas pleit voor extra maatregelen voor de handel die voorkomen dat besmette dieren in contact komen met gezonde, verplichte bloedmonsters voor transport en het verkorten van transporten.