LEI verwacht geen grote gevolgen nieuwe biologische mestcijfers

LEI van de Wageningen UR verwacht niet dat de nieuwe forfaitaire mestnormen voor biologische bedrijven grote gevolgen zullen hebben.

De forfaits, die in sommige gevallen tot bijna drie keer zo hoog zijn als de bestaande normen, zijn door het ministerie van Economische Zaken ter consultatie voorgelegd. “Hokdierbedrijven dienen volgens de mestwetgeving te werken met stalbalansen. Voor de bedrijven die werken met stalbalansen heeft het geen effect; daar verandert niets. Als ze niet met stalbalansen kunnen werken, dan dienen ze de excretienormen te gebruiken”, aldus LEI.

Meer administratie

Voor graasdierbedrijven heeft de verhoging volgens LEI wel effect. “Alleen bij melkvee, geiten en schapen zijn de verschillen tussen de oude en de nieuwe normen niet zo hoog”, aldus een woordvoerder van LEI. “Als bij de biologische boeren op hun bedrijf de excretie lager is dan het forfait, dan hebben ze een alternatief door van de BEX gebruik te maken. Met de BEX kunnen ze aantonen dat op hun bedrijf de excretie lager is dan de norm en dan mogen ze van die lagere excretie gebruikmaken. Dit vergt alleen wat meer administratie”, aldus LEI.

Biologische certificering

Het Biohuis, de brancheorganisatie voor biologische boeren is met het ministerie in gesprek om de stalbalans en de bedrijfsspecifieke excretie ook mogelijk te maken voor de biologische landbouw. Volgens de mestwetgeving is dit wel mogelijk, maar voor de biologische certificering van SKAL worden stalbalansen en bedrijfsspecifieke normen formeel niet erkend.