Een dierenarts voert een operatie uit aan een lebmaagverplaatsing. - Foto: Bert Jansen RundveeNieuws

Lebmaagverplaatsing door lage drogestofopname

Met een hoge drogestofopname en het onder controle houden van de negatieve energiebalans lukt het beter om een lebmaagverplaatsing te voorkomen.

Koeien die na het afkalven een lagere drogestofopname en energiebalans hebben, lopen meer risico op een lebmaagverplaatsing. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Florida. Tussen 2007 en 2017 zijn 689 koeien betrokken in 11 experimenten. Onderzoekers wilden weten wat de invloed van de droge stof opname en de energiebalans is op lebmaagverplaatsing.

Minder bij voerhek

Een eerdere studie liet zien dat koeien met een lebmaagverplaatsing meer actief waren in de 10 dagen voordat zij de diagnose kregen, maar niet met vreten. Ze brachten minder tijd door aan het voerhek en hadden dus een lagere drogestofopname en energiebalans voordat zij ziek werden. De onderzoekers uit Florida zagen dat de melkgift van koeien met een lebmaagverplaatsing drie dagen van tevoren afnam. De melkgift bleef ook over de eerste zeven dagen na de diagnose afnemen.

Een derde van de koeien die meededen aan het onderzoek waren vaarzen. Koeien die meerdere lactaties achter de rug hebben, lopen 9,3 keer meer risico op een lebmaagverplaatsing.

Beheer
WP Admin