In de melkveehouderij geldt al jaren een bestrijdingsprogramma tegen IBR. Foto: Mark Pasveer RundveeNieuws

Invoering verplichte IBR-bestrijding opnieuw uitgesteld

De verplichte bestrijding van de rundveeziekte Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR) wordt opnieuw uitgesteld. Dat schrijft demissionair landbouwminister Femke Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer. Het verplichte nationale bestrijdingsprogramma tegen koeiengriep zou aanvankelijk per 1 juli van dit jaar ingaan, maar dat wordt nu 1 juli 2026.

Wiersma wijdt de vertraging aan de vele stappen die gezet moeten worden in het wetgevingsproces. Het gaat dan om toetsing door de Autoriteit Persoonsgegevens, notificatie bij de Europese Commissie en behandeling door de Raad van State. “Dat moet zorgvuldig gebeuren”, vindt Wiersma. In mei verwachtte zij nog dat inwerkingtreding per januari wel zou lukken.

Bestrijding IBR wettelijk vastgelegd

De wettelijke bestrijding van IBR is gebaseerd op het private IBR-bestrijdingsprogramma voor de melkveehouderij. Veehouders worden verplicht hun dieren twee keer per jaar te vaccineren tegen IBR. Bedrijven die aantoonbaar vrij zijn van IBR hoeven de dieren niet te vaccineren. Voor deze bedrijven geldt wel een monitoringsverplichting via melk- of bloedonderzoek. Als de AMvB van kracht wordt, hebben veehouders een half jaar de tijd om hun dieren te vaccineren tegen IBR.

Uiterlijk vier jaar na inwerkingtreding zal in Brussel goedkeuring gevraagd worden voor het bestrijdingsprogramma, om zo de IBR-vrije status te verkrijgen. Als Nederland die krijgt, vereenvoudigt dat de handel met omliggende IBR-vrije landen.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.