Hogere melkgift kalf verbetert productiviteit koe

Dat het voeren van meer melk aan kalveren gunstig is voor de jeugdontwikkeling en eerder afkalven, is bekend. Maar onderzoek van Trouw Nutrition, gepubliceerd in Journal of Dairy Science, toont nu ook aan dat een hogere melkgift leidt tot meer melkproductie en minder risico op afvoer.

Tijdens de eerste 40 dagen kregen kalveren 1.200 in plaats van 600 gram melkpoeder per dag. De hogere melkgift resulteerde na het spenen in een hoger lichaamsgewicht: 94 tegenover 85 kilo. Na de opfokperiode zijn de dieren in hun eerste twee lactaties gevolgd. De testgroep produceerde in die eerste 2 lactaties, verspreid over 560 productiedagen, gemiddeld 13.436 kilo meetmelk. De controlegroep bleef steken op 11.089 kilo. Dat komt neer op 24 tegenover 19,8 kilo per dag.

Het melkvetgehalte lag op 4,57% voor de testgroep en 4,33% voor de controlegroep. Het eiwitgehalte verschilde nauwelijks.

Vruchtbaarheid verbetert bij tweede lactatie

Het bevruchtingspercentage bij de eerste inseminatie week volgens de onderzoekers niet sterk af: 47,4% voor de testgroep tegenover 40% bij de controlegroep. In de tweede lactatie ontstond wel een duidelijk verschil. In de testgroep werd 40,7% van de koeien drachtig na de eerste inseminatie. In de controlegroep was dat slechts 13%. Dit verschil is te verklaren doordat voeding vóór het spenen invloed heeft op de orgaanontwikkeling en hormoonproductie.

Lagere afvoer bij goed gevoerde kalveren

Verder blijkt uit het onderzoek dat het risico op vroegtijdige afvoer lager ligt bij dieren die als kalf meer melk kregen. Na vijf lactaties was nog 25% van de testkoeien aanwezig op het bedrijf, tegenover 14% van de controlegroep.

Bij de belangrijkste afvoerredenen – mastitis en uierafwijkingen – werden vaker koeien uit de controlegroep afgevoerd. Voor vruchtbaarheidsproblemen en klauwgebreken was het aantal afgevoerde dieren vergelijkbaar.