Foto: Koos Groenewold AlgemeenNieuws

Hernieuwde derogatie vertraagt klimaatdoel

Als het kabinet erin slaagt opnieuw een derogatie voor de Nitraatrichtlijn binnen te halen, raken de klimaatdoelen op het gebied van uitstoot van methaan verder uit zicht. Dat blijkt uit de Klimaat- en Energieverkenningen (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Het doel is om de uitstoot van methaan in 2030 met 30% te verminderen ten opzichte van 2020. Het PBL voorziet dat de vermindering van de CH4-uitstoot in die periode uitkomt op 18,5%. Het is ‘heel erg onwaarschijnlijk’ dat het gestelde doel voor 2030 wordt gehaald. De vermindering van de methaanemissie in de landbouw wordt berekend op 17%.

Emissies nemen toe bij hernieuwde derogatie

Een hernieuwde derogatie voor de nitraatrichtlijn leidt tot meer uitstoot van methaan dan bij het bestaande derogatiepad, waarbij de uitzondering voor het mestgebruik wordt afgebouwd. Zonder nieuwe derogatie zal de melkveestapel krimpen, wat een groot effect heeft op de geraamde CH4-emissies in 2030.

Als het kabinet de derogatie weet binnen te halen, zullen de emissies uit de veehouderij en akkerbouw toenemen ten opzichte van de huidige verwachtingen. Als voor de nieuwe derogatie dezelfde voorwaarden gelden als voor de derogatie tot nu toe, zal de melkveestapel krimpen met 5% ten opzichte van 2022, berekent het PBL. Komt de nieuwe derogatie er niet, dan voorziet het PBL een krimp van 18% tot 2030.

De totale emissies van broeikasgassen uit de landbouw blijven dalen, maar de kans dat het sectordoel in 2030 wordt gehaald is minder dan 5%, zegt het PBL. Bij deze inschatting is rekening gehouden met een hernieuwde derogatie.

Dalende veestapels bij bestaand beleid

Het PBL verwacht dat bij het bestaande beleid de opkoopregelingen leiden tot 11 tot 15% minder varkens, kippen en vleeskalveren. De melkveestapel zal door de opkoopregelingen met ongeveer 3% dalen.

In de melkveehouderij zijn er andere factoren die zorgen voor een extra krimp: de hogere productie per koe, stijgende mestafzetkosten, verkleining van de jongveestapel door het langer aanhouden van melkvee, aanpassingen van het veevoer met een lager eiwitgehalte. Het aantal melkkoeien zal door al deze factoren, inclusief de opkoopregelingen, tot 2030 afnemen met ongeveer 18% ten opzichte van 2023. De melkproductie zal in dezelfde periode als gevolg daarvan met ongeveer 13% verminderen. De methaanemissie uit stallen zal verminderen, doordat een groter aandeel van de mest wordt vergist.

Het PBL heeft in de verkenning geen rekening gehouden met het deels schrappen van het transitiefonds voor de landbouw en het Nationaal Plan Landelijk Gebied. Met dat beleid was in vorige verkenningen ook geen rekening gehouden, omdat nog te onduidelijk was welke effecten de plannen zouden hebben op de uitstoot van broeikasgassen.