Foto: Mark Pasveer RundveeNieuws

CDA en NSC willen meer vaart bij IBR- en BVD-bestrijding

Tweede Kamerleden Harm Holman (NSC) en Eline Vedder (CDA) vinden dat landbouwminister Femke Wiersma meer haast moet maken met de bestrijdingsprogramma’s voor de runderziekten IBR en BVD.  Er wordt al jaren gewerkt aan een Europese vrij-status voor deze ziektes, maar volgens de Kamerleden gaat dit niet snel genoeg.

Vedder,  die voorheen als LTO-bestuurder nauw betrokken was bij het dossier, benadrukt dat de sector echt zit te wachten op een Algemeen Maartregel van Bestuur, om alle veehouders mee te nemen in de bestrijdingsprogramma’s. “De sector kan dit echt niet zelf, daar hebben ze de minister  voor nodig”, aldus Vedder.

‘Verbod op import kalveren die niet BVD-vrij zijn’

Landbouwminister Femke Wiersma herkent de kritiek dat de vertraging aan de zijde van het ministerie zou liggen niet. Ze zegt dat de trajecten die ingezet worden verschillende fases kennen en dat dit veel tijd kost. De inwerkingtreding van de  AMvB voor IBR is voorzien per 1 januari 2026, aldus Wiersma.

Holman pleit voor een verbod op de import van kalveren die niet BVD-vrij zijn. Wiersma zegt dat het instellen van een verbod op import van BVD-dragers pas kan als het bestrijdingsprogramma is goedgekeurd door EC. De inwerkingtreding van het bestrijdingsprogramma voor BVD zal op zijn vroegst op 1 januari 2027 zijn, aldus Wiersma.

‘Bestrijdingsprogramma kan sneller’

Volgens Holman kan vooral het bestrijdingsprogramma voor BVD sneller. “Ik vind het triest dat als je nu stopt, je pas in 2031 een verbod kan instellen op de handel BVD-dragers. Je kan in een jaar BVD-vrij zijn. Ik vind het moraal-ethisch verwerpelijk dat een boer een besmet kalf verkoopt of kan verkopen. Het is zo simpel: als de kalversector zegt dat ze geen kalveren meer aankopen van bedrijven die niet gecertificeerd of niet aantoonbaar vrij zijn van BVD, dan is het probleem ongeveer over.” 

Holman roept de minister op om binnen een maand hierover met de sector in gesprek te gaan. Wiersma zegt dat dit echt een private afspraak zou zijn, die niet bij de minister ligt. Wel zal ze het belang hiervan benadrukken bij sectorpartijen.