Arla en Melkunie

Na een paar jaar gelift te hebben op de naamsbekendheid van Friesche Vlag, haalt Arla nu de Melkunie uit de mottenballen.

Dat is nog zo bekend bij de consument, dat het een ideaal vehikel zou zijn om het beoogde marktaandeel van 20 procent in de dagverse zuivel te halen.

Arla buit de bonus die de mededingingsautoriteiten het Scandinavische bedrijf gunden na de fusie van Friesland Foods en Campina ten volle uit. De fabriek in Nijkerk, een eindige licensie van het merk Friesche Vlag en nu dus gratis gebruik van het merk Melkunie.

Het bedrijf wil blijkbaar niet investeren in een eigen Nederlands B-merk, want dat is Melkunie in feite. Het eigen topmerk ‘Arla’ is voorbehouden aan vooral biologische producten. Melkunie is voor het segment daar net onder, maar nog wel boven de huismerken van de supermarkten. De bekendheid van Melkunie hangt samen met de ijzersterke reclamespot van Peer Mancini met zijn koe, en leunt dus op nostalgie.

De stap van Arla maakt één ding duidelijk: het is gekomen om hier te blijven. Er is één partij die daar alle baat bij heeft, en dat zijn de supermarkten. Meer aanbieders betekent dat er meer valt te onderhandelen. Dat maakt de positie van de aanbieders zwakker. En dat was nou precies wat de Europese mededingingsautoriteiten beoogden. Geruststellend is weer dat de inhoud van de Melkunie-pakken gewoon Nederlandse weidemelk is. Het geschaak met merken gaat voor een deel over de hoofden van de veehouders heen.