Bijensterfte in Europa omlaag

Bern – De bijensterfte in Europa is in de winter van 2013/’14 uitgekomen op 9 procent. Dat meldt het internationaal bijennetwerk Coloss, dat gerund wordt vanuit Zwitserland.

Het betreft het laagste sterftecijfer sinds Coloss in 2007 de bijensterfte in kaart is gaan brengen. In Nederland bleef de bijensterfte beperkt tot 8,5 procent.

De Nederlandse cijfers zijn gebaseerd op cijfers van ruim 1.600 imkers, geanalyseerd door het Nederlandse Centrum voor Bijenonderzoek. Volgens Coloss is de sterfte afgenomen door een gunstig klimaat. Een warme zomer was gunstig geweest voor de gezondheid van bijen. Het koude voorjaar maakte bovendien dat de varroamijt minder generaties kon voortbrengen.

De bijensterfte lag met 14 procent het hoogst in Portugal. De bijensterfte was met 13 procent ook hoog in Ierland en Oostenrijk en bovengemiddeld in Estland en Spanje. De bijensterfte was het laagst in Noorwegen en Tsjechië, waar respectievelijk 6 en bijna 6,6 procent de winter niet overleefden. De mate van bijensterfte hangt niet alleen van het weer af, maar ook van biodiversiteit en mogelijk aanwending van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen.

Hoewel Coloss met name Europese landen volgt, zijn ook cijfers van Israël en Algerije meegenomen. In Israël lag de sterfte op 10 procent en in Algerije op 7,5 procent.