FAO pleit voor onderzoek grondstoffenhandel

Rome – Overheden moeten onderzoeken of de markten voor agrarische grondstoffen op de juiste wijze worden gereguleerd. Dat zei directeur-generaal José Graziano da Silva van de Wereldvoedselorganisatie FAO in een bijeenkomst voor ministers uit met name ontwikkelingslanden. De Braziliaan pleit voor meer transparantie over hoe markten werken en ook uitwerken.

Graziano da Silva wijst erop dat marktinstituties grotendeels zijn gevormd in de jaren 70. Sindsdien hebben volgens de diplomaat enorme veranderingen plaatsgevonden in zowel de productie als distributie. “Dat heeft verreikende implicaties niet alleen voor hoe agrarische grondstoffenmarkten werken, maar ook voor voedselzekerheid, eigendomsrechten, toegang tot productiemiddelen en de positie van kleine grondstoffenproducenten.

De FAO is voorstander van fora waarbij meerdere belanghebbenden of ‘stakeholders’ met elkaar overleggen over grondstoffenmarkten. Hierbij zouden overheid, producenten, handelaren, consumenten en NGO’s betrokken moeten zijn. Momenteel vindt de meeste discussie plaats tussen overheid en handel, soms met advies vanuit de wetenschap.

De FAO stond eerder aan de basis van een Agrarisch Markt Informatie Systeem, AMIS genoemd, waarbij grote hoeveelheden data over voorraden, oogsten en oogstramingen worden verzameld. AMIS moet in een vroeg stadium kunnen informeren over dreigende tekorten, zodat nog tijdig kan worden ingegrepen. “We hebben meer nodig”, aldus Graziano da Silva.

Lassaad Lachaal, landbouwminister van Tunesië en voorzitter van het ministerieel overleg, zei dat het huidige systeem tekortschiet. Er zijn onvoldoende en te weinig betrouwbare en up-to-date data. Lachaal vindt dat het systeem moet worden versterkt en dat overheden ook beleid moeten coördineren. De landbouwministers van Burkina Faso en Georgië grepen de bijeenkomst aan om uit te halen naar de volgens hen hoge subsidies die westerse boeren krijgen.