GEITEN DE MEKKERHOF HOLTEN 406265 AlgemeenFoto

‘Hét platform voor geitenonderzoek in Nederland’

In het Overijsselse Holten is een gloednieuw geiteninnovatiecentrum gebouwd, de Mekkerhof. Het gaat om een initiatief van voer- en adviesorganisatie Gelre IJsselstreek (GIJS) en moet volgens de initiatiefnemers hét platform voor geitenonderzoek in Nederland worden.

Gekozen is om de 2 zijdes beiden te voorzien van alle benodigde apparatuur voor het melkproces. Bij een eventuele storing kan er zo altijd worden doorgewerkt. Ook denken de veehouders hiermee het kiemgetal beter onder controle te kunnen houden. Alleen de melktank, met een capaciteit van 21.000 kilo, wordt gedeeld. Het melken van de 850 melkgeiten duurt 2 uur en 15 minuten. Daar komt nog wel tijd voor het schoonmaken bij.

De geiten worden 2 keer per dag gemolken in een 2x50 rapid exit zij-aan-zij melkstal van SAC. Opvallend is de 2,5 meter brede beweegbare putvloer voor optimaal comfort, ook tijdens onderzoeksactiviteiten. De melkstal is volledig onderkelderd om geluidsoverlast zoveel mogelijk tegen te gaan.

Bedrijfsleider Bjorn Loman (28) is verantwoordelijk voor de dagelijkse werkzaamheden op het melkgeitenbedrijf. Het werk op het bedrijf moet in principe door 2,5 fte worden rondgezet.

De melkgeiten in andere potten krijgen hun krachtvoer voorlopig nog in combinatie met het ruwvoer.

Voor geïnteresseerden is er een open dag op zaterdag 23 juni van 10.00 tot 16.00 uur. Vrijdag 22 juni is er een open dag voor genodigden. Het adres is Tolweg 10 in Holten.

Oprichters Erik Reefhuis (49) en Hendrik Jan Evers (60) noemen passie, educatie en bijdragen aan een goed imago van de sector als belangrijke drijfveren voor dit omvangrijke project. Daarbij zien zij een grote vraag naar kennis in een sector die zich in rap tempo ontwikkelt. Daarom verzamelen ze veel data. Denk aan cijfers betreffende de voederopname en melkproductie. Voor het verkrijgen van deze kennis is data nodig, zo is de redenatie.- Foto's: Henk Riswick

Het bedrijf, genaamd de Mekkerhof, heeft een capaciteit van 1.000 melkgeiten en moet volgens Reefhuis hét platform worden voor geitenonderzoek in Nederland. De melkgeitentak is al een jaar in bedrijf. De geiten met een zo hoog mogelijke diergezondheidsstatus werden van verschillende geitenbedrijven aangekocht. Om voor onderzoeksdoeleinden een representatieve veestapel te creëren, zijn er niet alleen jonge dieren aangekocht.

Het aflammeren startte al voordat de melkstal gereed was. Een melkemmer bood tijdelijk soelaas, al duurde het melken wel wat lang: van s ochtends 5 uur tot s middags 12 uur, en dan s middags eenzelfde recept. De melk gaat naar zuivelcoöperatie CBM. De Coöperatieve Belangenvereniging Melkgeitenhouderij Midden Nederland telt zo n 85 leden, goed voor een jaarlijkse productie van rond de 73 miljoen kilo melk.

Ondernemers in de geitensector moeten nog veel zelf uitdokteren. Vaak doen toeleverende bedrijven geiten erbij en kopiëren ze zaken vanuit de melkveehouderij. Maar het voeren van een geit is volgens Reefhuis niet te vergelijken met het voeren van een koe. Een geit een alleseter? Nee, er is geen dier zo secuur als een geit. De eerste onderzoeken zijn inmiddels opgestart. Het is opvallend dat zich tot nu toe nog geen derde onderzoekspartijen bij het initiatief hebben aangesloten, al melden zich inmiddels wel de eerste gegadigden voor het uitvoeren van proeven. Volgens veterinair epidemioloog Gerrit Koop, verbonden aan Universiteit Utrecht, gaat het om een unieke locatie. Hij geeft aan dat het nergens anders mogelijk is om onder dergelijke gecontroleerde omstandigheden onderzoek te verrichten op een geitenbedrijf van deze omvang. Hij is dan ook zeker van plan in de toekomst van de locatie gebruik te gaan maken.

De ventielventilatie wordt gestuurd op onderdruk, gecreëerd door dit soort grote ventilatoren in de nok van de stal. Om tijdens het in- en uitrijden van de stal het klimaat zo min mogelijk te beïnvloeden, is gekozen voor roldeuren.

De stal is vanwege onderzoeksdoeleinden volledig afgesloten en voorzien van mechanische ventilatie. Het is daardoor goed mogelijk het klimaat in de stal te beheersen en indien gewenst de kwaliteit van uitgaande lucht te meten. Goed voor onderzoeksdoeleinden, maar niet zozeer voor het imago van de sector. Reefhuis geeft aan dat dit inderdaad een dilemma was. Voor daglicht en transparantie zijn in de zijwanden over de volledige lengte van de stal ramen aangebracht. De extra kosten voor het volledig afsluiten van de stal vielen volgens Reefhuis mee. Exclusief inrichting en melkstal kost de stal tussen de ¬ 700 en ¬ 800 per geit.

De lampen zijn verlaagd aangebracht om de luchtstroom langs het plafond zo weinig mogelijk te hinderen. Het klimaat in de stal is goed te beheersen door het regelen van de temperatuur, luchtvochtigheid en het gebruik van ionisatielampen. Ionisatie zorgt ervoor dat de lucht deels wordt gezuiverd van ammoniak en fijnstof.

De eerste kennisbehoefte van geitenhouders spitst zich volgens Reefhuis vooral toe op het aflammeren en de omgang met jonge dieren. Dat is goed terug te zien in de opzet van het bedrijf. Pasgeboren lammeren komen in een doos via een luik in een aparte ruimte met een vaste temperatuur van 22 graden Celsius.

Daar worden ze gewogen en voorzien van een oormerk. Elementen boven de werktafel bieden indien nodig extra warmte. De lammeren krijgen binnen 12 uur driemaal biest, minimaal 150 ml per keer. De eerste portie krijgen ze binnen een uur. Op het bedrijf wordt vanwege onderzoek gewerkt met 2 soorten biest: geitenbiest en kunstbiest.

Na de eerste biest gaan de lammeren naar een volgende opfokruimte. Deze ruimte wordt net als de kantoorruimte verwarmd met warmte die uit de melk wordt teruggewonnen. Zowel de geitjes als bokjes gaan met z n negenen in een hok en krijgen in principe dezelfde behandeling.

Een drinkautomaat van het merk Förster voorziet de lammeren van melk.

Deze periode lammeren er in totaal 230 geiten af. De bedoeling is om straks gedurende het jaar met 3 aflammerperiodes te werken. Dit biedt vooral mogelijkheden voor onderzoek.

De lammeren blijven zo n 2 maanden in deze ruimte en worden gespeend op een gewicht van 14 kilo. Opvallend is dat het geboortegewicht nogal wisselt. De veehouders hebben hier nog geen verklaring voor kunnen vinden.

Nederland telt momenteel zo n 375 professionele melkgeitenbedrijven, waarvan 45 bio-bedrijven. GIJS levert aan een kleine 40 van deze bedrijven voer, maar ziet haar klantenbestand snel groeien. Doel is om uiteindelijk een plek te veroveren in de top 3 van grootste leveranciers van geitenvoeders. De onderneming denkt zich te kunnen onderscheiden door nog meer in te zetten op het leveren kennis en advies. Dit was, naast passie voor het houden van dieren, een belangrijke reden voor de opstart van de Mekkerhof.

GIJS ontstond in 2012 na de fusie van Hendrix UTD met ForFarmers. GIJS, destijds Hendrix UTD-dealer, besloot verder te gaan als zelfstandig mengvoerbedrijf. Deze stap legde de onderneming uit Azewijn geen windeieren. Het volume mengvoer dat de onderneming afzet, is toegenomen van 60.000 naar 120.000 ton. GIJS is werkzaam in Oost-Nederland en bedient veehouders in de rundvee-, geiten- en varkenshouderij, zowel gangbaar als biologisch. De voerleverancier beschikt niet over een eigen fabriek, maar laat zijn voeders volgens eigen receptuur produceren in fabrieken van derden.

Niet verwonderlijk is dat op de Mekkerhof de focus ligt op voedingsonderzoek. Opvallend zijn de in samenwerking met Hanskamp uit Doetinchem en Dedden uit Willemsoord speciaal ontworpen krachtvoerboxen. Doel is om restloos te voeren. Als de camera in de box signaleert dat een geit niet meer eet, stopt de box met voeren.

Naast de stal staan nu al 5 silo s. Er is plek voor nog eens eenzelfde aantal. Op dit moment kunnen er 8 voersoorten per krachtvoerbox worden verstrekt. Ook in de ruwvoerproductie, op de omliggende 22 hectare gehuurde grond, wordt volop geëxperimenteerd met verschillende grasrassen en bemestingregimes. Hierdoor is het mogelijk wel 100 verschillende rantsoenen samen te stellen. Het gaat hier in alle gevallen om gecertificeerd GMO-vrij voer.

Een sensor in de box leest de oormerken van de geiten. De voergift is afgestemd op leeftijd, conditie en het lactatiestadium. Voorlopig zit een groep van 60 geiten op de dubbele box, maar de capaciteit ligt volgens Reefhuis hoger. In deze groep bevinden zich geiten van diverse pluimage, groot en klein, en met en zonder horens. Dit om te kijken of dit tot problemen leidt in de box. Tot nu toe vinden nagenoeg alle geiten, op 2 oudere geiten na die het structureel laten afweten, goed hun weg naar de boxen. Zodra de boxen naar tevredenheid functioneren, is het de bedoeling door te groeien naar 12 boxen.

Reefhuis is enthousiast over de mogelijkheden die de Mekkerhof biedt. Helaas bleek de Provincie Overijssel, ondanks het innovatieve karakter van het project, niet bereid subsidie te verlenen. Volgens Reefhuis onbegrijpelijk, maar duidelijk is dat hij zich niet zomaar uit het veld laat slaan. Passie is tot nu toe het toverwoord. Eind dit jaar hoopt hij zwarte cijfers te kunnen schrijven. De Mekkerhof gaat haar onderzoeksresultaten en nieuws publiceren en verspreiden via nieuwsbrieven (Mekkernieuws) en zogenoemde geitencafé s.

De waterbakken zijn voorzien van een afdak om te voorkomen dat er veel stro in valt tijdens het automatisch instrooien van de stal.

Handig is dat de stroverdeler ook de ruiven vult. Wat betreft hun ruwvoerproductie focussen de veehouders vooral op veel energie en eiwit. De nodige prik moet uit het stro komen.

Het stroverbruik ligt relatief laag omdat de stal dagelijks met een dunne laag wordt ingestrooid. De strobodem heeft een temperatuur van zo n 40 graden Celsius. Reden om tyleenslangen in de betonvloer onder het stro te leggen. De bedoeling is om het water in deze slangen te verwarmen tot 20 graden Celsius en dit te gebruiken voor het verwarmen van het nabijgelegen woonhuis. Voor dit project loopt nog een subsidieaanvraag.

Per dag gaan er 3 grote balen stro in de automatische BT-stroverdeler (Van den Brink Techniek). Het gaat om 1 kilo stro per geit per dag.

Bij het verlaten van de melkstal moeten de geiten via een afschot naar beneden. Dit om te zorgen dat ze niet terugkeren voor nog een portie brok. Het is de bedoeling om binnenkort alle geiten na het verlaten van de melkstal te wegen. Data verzamelen is belangrijk voor het onderzoeksbedrijf.

Er is gekozen voor een melkstal van SAC vanwege het vertrouwen van de veehouders in de beschikbare apparatuur voor melkmeting. Een geit geeft met zo n 4 kilo beduidend minder melk dan een koe. Een afwijking in de meetapparatuur tikt daardoor veel harder aan. Voor een correcte registratie van de melkgegevens per geit komt er oormerkregistratie op de plek waar lokbrok wordt verstrekt. Registratie bij binnenkomst in de melkstal zoals bij koeien volstaat niet. Er springt nog wel eens een geit van de ene naar de andere plek.

Tijdens het melken sluit 1 persoon de geiten aan. De ander zorgt voor aanvoer naar de wachtruimte die plek biedt aan 400 geiten.

Beheer
WP Admin