1938: biggen krijgen de fles
Het tafereel op de foto hieronder is uit 1938. Een toom biggen wordt bijgevoerd met de fles, omdat de zeug te weinig zog had.
Dat kon door van alles komen, te weinig van een bepaald hormoon, ziekte, slappe biggen, noem het maar op. Sommige boeren probeerden de melkgift alsnog een boost te geven door een emmer bier in de trog te gieten. Hoewel de meeste zeugen dat graag opslobberden, had het niet altijd het gewenste effect. Er zat dan niets anders op dan koemelk te gebruiken en dat met de fles te geven. De samenstelling was anders, maar het was beter dan niets.
Lees verder onder de foto
Veel aandacht voor gebrek aan zog in handboeken
Overigens werd in die jaren aangeraden om biggen zodra ze twee weken oud waren, bij te voeren met volle melk, gezuurde ondermelk of karnemelk met graanmeel erdoor in de verhouding 1 kilo meel op twee liter karnemelk.
Dat een gebrek aan zog vroeger regelmatig voorkwam, blijkt wel uit de aandacht voor het onderwerp in oude handboeken.
De oorzaak van het euvel werd niet beschreven, maar het hielp vast niet dat geadviseerd werd om zeugen de eerste drie dagen na het werpen zeer schraal te voeren, ook al waren ze nog zo hongerig. Daarna moest de zeug verdeeld over de dag steeds kleine porties lauwwarme slobber krijgen van tarwe- en havermeel, aangevuld met groenvoer en gesneden rode wortels.
Het kwam voor dat zeugen de oortjes en staarten van hun eigen biggen afvraten. Als dit zich voordeed, moest ze meer vitamine B krijgen. Een relatie met de hoeveelheid voeding werd niet gelegd.
In de rubriek Zo ging het toen gaan we terug in de tijd. Boerderij bestaat al meer dan 100 jaar en aan de hand van foto's uit het archief kijken we naar de agrarische sector in de vorige eeuw. Benieuwd naar meer historie? Check het dossier Zo ging het toen.