Rob Huinink (48) en Peggy van Gerven (46) wonen met hun zoons Jasper (11) en Koen (7) in Lichtenvoorde (Gld.). Rob heeft een agrarisch coachingsbureau, Peggy is afgestudeerd kinderpsycholoog. - Foto: Hans Prinsen BoerenlevenAchtergrond

‘Het is geknald, de overname ging niet door’

Door dingen steevast niet te benoemen, ontstond zoveel spanning dat bedrijfsovername er niet meer in zat.

10 jaar geleden is het, maar de tijd heeft de wonden niet geheeld. Tijdens het gesprek komen de emoties alsnog weer boven. Tranen vloeien. Toch zetten ze door. “Het is niet onze bedoeling om mensen zwart te maken. We hopen dat anderen iets hebben aan ons verhaal.”

Rob Huinink (48) en Peggy van Gerven (46) wonen met hun zoons Jasper (11) en Koen (7) in Lichtenvoorde (Gld.). Rob heeft een agrarisch coachingsbureau, Peggy is afgestudeerd kinderpsycholoog. - Foto: Hans Prinsen

Rob Huinink (48) en Peggy van Gerven (46) wonen met hun zoons Jasper (11) en Koen (7) in Lichtenvoorde (Gld.). Rob heeft een agrarisch coachingsbureau, Peggy is afgestudeerd kinderpsycholoog. – Foto: Hans Prinsen

Arbeidsintensief bedrijf

Dat hij boer wilde worden, dat wist Rob al van jongs af aan. Toen hij op zijn 25e zijn vader verloor aan een hersentumor, zette hij samen met zijn moeder het bedrijf voort. 20 melkkoeien en 60 zeugen hielden ze, en in een gehuurde stal zaten nog 350 vleesvarkens. Een bescheiden, arbeidsintensief bedrijf was het, met matige inkomsten. Robs vader en oom, ook boer, hadden ooit al eens gesproken over een fusie van hun beider bedrijven maar het kwam er niet van. Tot Robs neef het voorstel alsnog weer naar voren bracht. “Ik had er wel oren naar. Het zou schaalvoordelen opleveren.”

De gesprekken over de voorgenomen samenwerking gingen goed. “Wel zei mijn tante dat ze er niet echt achter stond, maar daar besteedde eigenlijk niemand aandacht aan. Mijn oom zag het juist helemaal zitten want het leek erop dat hun zoon, mijn neef, het bedrijf niet voort zou willen zetten. Met mij zou er weer een opvolger zijn.”

Dichter bij de bedrijfsvoering

Voortvarend gingen ze in de nieuwe opzet aan de slag. Wat Rob lastig vond, was dat hij niet op het hoofdbedrijf woonde maar thuis, bij zijn moeder. “Daardoor was ik niet altijd bij de tussendoor overlegjes. Ik begon dingen te missen. Dat voelde niet goed, maar ik zei niets. Ik dacht: het zal zich wel redden. Nu weet ik dat je zulke dingen beter meteen kunt uitspreken maar ik durfde niet, had dat ook nooit geleerd. Ik hield dus mijn mond en dacht dat het vanzelf wel goed zou komen.” Toen opa overleed, kwam zijn huisje op het erf bij oom en tante leeg te staan. Daar trok Rob in, zo stond hij alsnog dichter bij de bedrijfsvoering.

Ik zocht geen boerin, ik zocht een levenspartner

Een paar jaar later leerde hij Peggy kennen. “Ze had geen boerenachtergrond maar voor mij was dat geen probleem. Ik zocht geen boerin, ik zocht een levenspartner.” Ze woonde in Nijmegen en in de weekenden kwam ze naar de boerderij. Peggy: “Het boerenleven vond ik erg interessant maar ik had niet de ambitie om boerin te worden. Ik had mijn eigen baan in de jeugdhulpverlening.”

Intrekkersmaal

Na 1,5 jaar trok Peggy bij Rob in en vanaf toen veranderde alles. “Tot dan toe voelde ik me geaccepteerd door zijn tante, daarna werd ze ineens heel terughoudend. Ik begreep er niets van, wat had ik gedaan?” Als nieuwkomer durfde ze dat niet aan te kaarten en ook Rob deed dat niet.

Volgens de plaatselijke gebruiken diende er een intrekkersmaal te komen; een visite om kennis te maken met de nieuwe buren. Peggy: “Ik kende dat gebruik niet en ik wist ook niet wat er van me verwacht werd. Tante beantwoordde mijn vragen echter niet. Ze zei ‘ik doe het wel’ en ging aan de slag met de organisatie. Daar was ze overigens goed in, mensen ontvangen, dingen organiseren. Maar ik werd er niet bij betrokken en toen het bezoek er eenmaal was, leerde ik nog steeds niemand kennen. De mannen zaten bij de mannen, de vrouwen bij de vrouwen en niemand die mij iets vroeg. Ik miste de wederkerigheid, de interesse in mijn doen en laten.” Rob: “Voor mij zijn al die gebruiken en omgangsvormen zo gewoon dat ik verzuimd heb haar vooraf alles uit te leggen. Ze viel er daardoor rauw in.”

Niet happy op de boerderij

Peggy schikte zich in haar nieuwe leven maar voelde zich niet happy op de boerderij. Ze miste haar vrienden en het samenzijn met Rob. “Om de week molk hij op zondag niet en als we eens ergens heen wilden, moesten we bij oom en tante vrij vragen. Dat werd alleen gegund voor speciale gelegenheden als verjaardagen of een begrafenis. Zomaar een hele middag vrij om naar mijn vrienden te gaan, dat kon niet.”

Rob merkte wel dat Peggy niet gelukkig was, maar hij wist niet hoe hij ermee om moest gaan. “Gevoelens benoemen, dat deden wij thuis nooit. In plaats daarvan gingen we aan het werk als er iets schuurde.”

Woningen omwisselen

Onverwacht snel raakte Peggy zwanger. “Het was een verrassing, we waren zo blij! Maar toen we het aan oom en tante vertelden, bleef het stil.” Rob: “Ineens zei mijn oom: oké, dan gaan we nu onze woningen omwisselen. Praktisch gezien begreep ik dat wel, wij hadden maar 1 slaapkamer, zij woonden veel ruimer. Maar het kwam onverwacht, ook voor tante denk ik. Hun kant van de boerderij was de kant met aanloop, die zou ze dan kwijt zijn. Zij zou niet langer het gezicht van de boerderij zijn, dat was vast slikken.”

Ook de reactie van de neef op de komst van een baby, was niet wat ze gehoopt hadden. Peggy: “Hij lachte ons uit, júllie een kind? Zelf wilde hij geen kinderen. Wij begrepen niet waarom hij niet blij kon zijn voor ons.”

Verhuizen

De verhuizing werd in overleg gepland op een zondag. Peggy: “Maar op vrijdag kwam tante me zeggen dat ze zondag wilde gaan fietsen en dat het dus zaterdag moest. Voor die dag had ik echter geen hulp en bovendien had Rob ook nog z’n werk op de boerderij. Hoe moest ik dat alleen doen? Ik was namelijk ziek van de zwangerschap, was zelfs opgenomen geweest in het ziekenhuis. Er was mij rust voorgeschreven en nu dit.”

Ik koos de makkelijkste weg en daar ben ik helemaal niet trots op

Een dochter van tante zag dat Peggy te zwak was om zelf te sjouwen en stroopte haar mouwen op. Met haar hulp wisselden de gezinnen van woning. Rob: “Natuurlijk had ik toen met de vuist op tafel moeten slaan, maar weer zei ik niks. Ik koos de makkelijkste weg en daar ben ik helemaal niet trots op.”

In het voormalige huis van oom en tante beviel Peggy van een zoontje. “Tante was lief voor hem en paste soms ook op. Maar ze zei wel: jullie beginnen toch niet aan een tweede kind hè?”

Radeloos

De spanningen tussen beide gezinnen speelden zich vooral af in het voorhuis. Achter, op het bedrijf, liep alles door. Rob: “Ik kon goed samenwerken met mijn oom, maar onderling iets overleggen, dat deden we weinig. Zo had ik moeten bespreken dat ik ook tijd met mijn gezin wilde doorbrengen. De baby vroeg veel aandacht, ook ’s nachts. De combinatie met het bedrijf werd te veel, ik liep rond als een zombie. Niemand zei: ik neem jouw melkbeurt wel een keer over. Ik vroeg daar ook niet om, ik ging door. Ik was radeloos en vluchtte weg in plaats van de confrontatie aan te gaan.” Achteraf verbaast hij zich nog steeds over de gang van zaken. “Als je toch ziet dat iemand op z’n tenen loopt, dan spring je toch bij?”

Verschillende wensen

Intussen begonnen de wensen van Rob en zijn neef uit elkaar te lopen. Rob: “Het melken duurde te lang, ik wilde eigenlijk wel naar een robot toe. Hij wilde liever een nieuwe trekker met voorlader. En hij had een huis gekocht dat hij aan het verbouwen was. In die tijd werkte hij nauwelijks op de boerderij. Oom en ik deden het werk, als de verbouwing klaar was, zou neef er weer zijn.” Het liep anders. “In oktober 2008 zei hij dat hij de boerderij toch niet zo zag zitten. Op 1 januari 2009 was hij weg zonder overdracht. Ik heb hem nooit meer gezien.”

Rob was verbijsterd, want oom was op de leeftijd dat hij wilde minderen en het bedrijf was te groot voor 1 persoon. “Dus stelde ik voor een deel van het melkquotum te verhuren. Oom was ervoor, tante niet. De boerderij zou daardoor krimpen en dat betekende verlies van status. Tenminste, ik denk dat dat het was, want ze stond er niet achter.”

Het moment van de bedrijfsovername naderde. “Er zou water bij de wijn moeten en dat zou betekenen dat er voor oom en tante een huurhuis in zat, maar geen koophuis. Bij elke bedrijfsovername zijn dit lastige afwegingen en zonder gunfactor wordt het heel lastig.”

Verstikkende sfeer

Op een ochtend kwam Peggy bij Rob in de melkput en deelde hem mee dat ze de verstikkende sfeer niet meer trok. “Ze vertelde dat ze tijdelijk ergens anders wilde gaan wonen, niet meer op 1 erf met oom en tante. Ik schrok me rot maar ik wist meteen: als zij echt gaat, dan ga ik ook.” Oom en tante schrokken ook, aan de keukentafel werd gehuild. Peggy: “Tante vroeg: komt het allemaal door ons? Ze kon zich er niks van herinneren.” Oom vroeg of er nog over te praten viel.

Met hulp van een mediator probeerden ze er nog uit te komen maar al na enkele gesprekken was de conclusie dat er geen oplossing was. Rob: “Toen hakte ik, met veel pijn, de knoop door en zei: dan stop ik ermee.”

Afgunst kreeg de overhand

Hij maakte een afspraak met de accountant voor de financiële afhandeling. “Daar zat mijn neef ook ineens weer aan tafel. Officieel zat hij nog in de maatschap, maar hij werkte al 2 jaar niet meer mee. Dat hij daar met droge ogen aanschoof, vond ik ongelofelijk. Het was een zwarte dag.”

Wachtend op de afhandeling van de verkoop verhuisden Rob en Peggy naar een huurwoning en gingen op vakantie naar Oostenrijk. Daar kreeg Rob alsnog de klap van de jaren ervoor. ’s Nachts liep hij te dolen, overdag staarde hij apathisch voor zich uit. “Het werd ons snel duidelijk dat het verhaal van de boerderij in de doofpot moest. Van steun van mijn familie was ook weinig sprake, afgunst kreeg de overhand. Dat was zuur.”

Nadat alle financiën waren afgehandeld, kochten Rob en Peggy hun huidige woning. Ook voor oom en tante bleef voldoende over om een huis te kopen. Contact is er niet meer. Rob: “Dat hoeft ook niet, er is te veel gebeurd.”

Schuldgevoel

Nog altijd voelt hij zich schuldig. “Ik heb steken laten vallen en verkeerde keuzes gemaakt door niks te zeggen op momenten dat dat wel had gemoeten.”

Door niet te praten heb ik het tegendeel bereikt van wat ik wilde bereiken

Nu is hij coach en houdt hij het zijn cliënten altijd voor: praat met elkaar, communiceer, wees transparant. Ik weet zelf hoe moeilijk dat is, maar ik weet ook wat de gevolgen kunnen zijn.” Hij zucht: “Op zoveel boerenbedrijven worden emoties onder tafel geschoven zo van: laten we het er maar niet over hebben. Zo ging het bij ons ook. Het gevolg was dat de familieverhoudingen ontwricht raakten en de bedrijfsovername niet door ging. Door niet te praten heb ik het tegendeel bereikt van wat ik wilde bereiken. Ik hoop dat anderen niet diezelfde fout zullen maken.”

Ontsporing door niet praten

De overname is de meest kritische fase in een bedrijf. Hoeveel agrarische bedrijfsovernames er jaarlijks precies zijn, is niet precies bekend. Wel is duidelijk dat als het mis gaat, hierbij een gebrek aan communicatie meestal de oorzaak is. De Europese Commissie kwam in 2001 met een rapport over familiebedrijven in het algemeen. Daaruit bleek dat 10 tot 30% van de faillissementen kwam door moeilijkheden rondom de opvolging. Mediators schatten in dat dat niet veranderd is sindsdien. Omdat bedrijf en betrokkenen zo met elkaar verweven zijn, is het advies om altijd begeleiding in te schakelen bij het overnameproces, ook als het ogenschijnlijk goed verloopt. Maar ook dan kunnen er dingen onbesproken blijven die wel besproken moeten worden.

Beheer
WP Admin