AkkerbouwOpinie

Zon schijnt voor Wingssprayer

De verkoop van de emissiearme landbouwspuit Wingssprayer loopt prima. Onderzoeken wijzen op positieve resultaten. Nu de aversie bij bollentelers nog wegnemen.

Onlangs had ik een gesprek met Harrie Hoeben, de ontwikkelaar/verkoper van de Wingssprayer. Als (onbetaalde) voorzitter van de coöperatie Wingssprayer Coop UA was ik benieuwd of de Blauwe Tulp Award die hij kreeg voor zijn emissiebeperkende landbouwspuit, meer heeft opgeleverd dan naamsbekendheid en enkele uitnodigingen van het ministerie van Economische Zaken om mee gaan op handelsmissies.

Volgens Hoeben zijn de verkopen dermate positief dat hij de productie nu verder moet professionaliseren. Hij studeert op het uitbesteden van de productie aan derden of zelf investeren in een nieuwe fabriek. Zijn deelname aan buitenlandse beurzen leidde tot enkele bestellingen en diverse aanvragen voor praktijkdemonstraties bij boeren en hun organisaties.  Kennelijk zien buitenlandse boeren en hun adviseurs duidelijk het belang van deze zero drift-techniek.

Fabrikanten sorteren voor

Volgens Hoeben zien de meeste spuitmachinefabrikanten inmiddels wel het nut en de mogelijkheden van de Wingssprayer in. Maar levering ervan af fabriek maakt hun eigen driftreductie-systemen overbodig. Toch passen veel fabrikanten hun constructie nu wel zo aan dat aanbouw van de Wingssprayer geen punt meer is. Het wachten is op de eerste fabrikant die Wingssprayer als standaard gaat leveren op zijn machines tot 45 meter werkbreedte. Breder durven ze niet te gaan, omdat ze dan niet durven garanderen dat het extra gewicht aan de top niet tot breuk of extra slingeren gaat leiden. Dat zijn zaken die volledig afhangen van de spuitboomconstructie. Tot nu toe heeft Hoeben daarmee geen enkel probleem ervaren, en dat wil hij zo houden.

Nieuwe proeven veelbelovend

Hoeben heeft dit jaar in samenwerking met leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen, DLV en enkele overheden proeven aangelegd in verschillende gewassen onder verschillende weersomstandigheden. Daarbij is met een speciale vloeistof gewerkt, zodat later de bedekkingsgraad van het spuitmiddel kon worden aangetoond in het laboratorium. Hoeben: “De onderzoekers waren door de resultaten die ze zagen overtuigd van het voordeel van Wingssprayer.”

Als voorbeeld haalde Hoeben een perceel sperziebonen aan, waarin de Wingssprayer meermaals op hetzelfde moment met de standaardmachine van de boer gespoten had. Later was de sperziebonenverwerker gedwongen om het door de boer gespoten deel versneld te oogsten wegens een botritus-aantasting. Het Wingssprayer-perceel kon nog rustig doorgroeien. Het perceel had per hectare een twee keer zo hoge opbrengst als het perceel dat met de standaardmachine was gespoten.

Bollentelers nog huiverig

Hoeben verbaast zich nog over de opstelling van de bollentelers.  Als er een groep boeren is die last heeft van milieugevoelige buitenstaanders, dan zijn zij het wel. Er klinkt al de roep om een spuitvrije zone van 50 meter. Toch kiezen ze niet voor de Wingssprayer. De Wingssprayer raakt het gewas en de telers vrezen dat dat virussen kan verspreiden. Terwijl zij met het koppen van de bloemen zelf open wonden maken in elke plant. Hoeben: “Ik begrijp niet waarom ze bang zijn voor de Wingssprayer, die het gewas net of net niet raakt. Ze lijken zich net als de leden van actiegroepen als Gifklikker en Bollenboos in te graven, de partijen blijven elkaar met woorden bestrijden. Jammer, want deze tactiek zal ervoor zorgen dat de Tweede Kamer uiteindelijk wetgeving afkondigt die zeker ten nadele van de telers zal uitvallen. Een spuitvrije zone van 50 meter betekent in Nederland einde bloembollenteelt.

Beheer
WP Admin