CBb tikt LNV op de vingers over te hoge mestboete

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft het ministerie van Landbouw op de vingers getikt omdat LNV bij het opleggen van een mestboete onvoldoende keek naar de financiële draagkracht van de betreffende veehouder.
In de zaak was een veehouder een boete opgelegd van ruim € 234.000. De boete werd in 2017 opgelegd en was definitief geworden, omdat de veehouder te laat bezwaar maakte.

CBb: mestboete onredelijk

In 2019 vroeg de veehouder herziening van de boete. De minister en de rechtbank wezen dit verzoek af. Het CBb komt tot een ander oordeel. De financiële draagkracht van de veehouder is zo klein, dat de veehouder 78 jaar nodig had om de boete af te betalen.
De afbetaling put al die jaren iedere investeringsruimte volledig uit en dat bedreigt het voortbestaan van het bedrijf. Het CBb oordeelt daarom dat de boete onredelijk is. De boete wordt verlaagd tot het bedrag dat tot nu toe is afbetaald, dat is zo’n € 12.000.
Wat de oorspronkelijke overtreding was van de Meststoffenwet voor de boete, kon het CBb niet zeggen, omdat de uitspraak niet is gepubliceerd.