VarkensOpinie

Grenzen aan de groei

Wakker Dier waarschuwt voor vermeende superzeugen die 35 biggen per jaar krijgen en wijst er op dat de dieren amper in staat zijn zelf al die biggen groot te brengen.

Wakker Dier heeft een punt. De worpgrootte van zeugen stijgt. Het komt vaker voor dat biggen moeten worden overgelegd naar andere zeugen of kunstmatig moeten worden opgefokt.

De vraag is hoe ver je mag en kan gaan met productieverhoging. Die vraag is niet alleen relevant in de varkenshouderij, maar speelt eigenlijk in alle veehouderijsectoren. Het fenomeen doodgroeiers, dieren die zo hard groeien dat hun hart het niet meer trekt, heeft de vleeskuikenhouderij opgescheept met het woord ‘plofkip’. In de melkveehouderij worden producties gehaald van 10.000 kilo per koe per jaar. Hoe ver kun je gaan zonder dat het ten koste gaat van het welzijn van de koe? In de professionele schapenhouderij is de jongste ontwikkeling het infokken van het zogenoemde Booroola-gen, dat het mogelijk maakt dat een ooi één à twee lammeren per worp meer krijgt. Ook hier geldt dat de ooi de extra geproduceerde lammeren bijna niet zelf kan grootbrengen.

In elke sector zullen er antwoorden moeten worden gevonden.

In de varkenshouderij lijkt het verstandig ervan uit te blijven gaan dat de zeug de capaciteit en de vitaliteit moet hebben om al haar geworpen biggen zelf in voldoende mate te kunnen zogen en groot te brengen.

Beheer
WP Admin