Foto: Ton van de Meulenhof RundveeNieuws

GD: BVD-viruscirculatie op 8,7% melkveebedrijven

Bij jongvee op 8,7% van de melkveebedrijven is op basis van bloedonderzoek een indicatie voor BVD-viruscirculatie. Dit is niet lager dan in 2013 en 2011. Dat meldt de Gezondheidsdienst voor Dieren in zijn magazine Herkauwer op basis van zijn tweejaarlijks specifieke monitoring 2015-2016.

Uit tankmelkonderzoek is gebleken dat 62,2% van de niet-BVD-vrije bedrijven antistoffen tegen BVD heeft. Op deze bedrijven met BVD-antistoffen is volgens de GD bekend dat minstens 30% van de melkgevende dieren antistoffen tegen BVD heeft. Het percentage niet-BVD-vrije bedrijven met BVD-antistoffen in de tank is echter wel sterk gedaald ten opzichte 2013 (84,3%)

Uit de Monitoring Rundergezondheidszorg blijkt dat in het eerste kwartaal van 2016 45% van de melkveebedrijven BVD-vrij of BVD-tankmelkonverdacht was. Dat is 10% hoger ten opzichte van een jaar eerder. Landelijk gezien was er volgens het tweejaarlijks onderzoek in 2015 op 14,5% van de niet-melkleverende bedrijven een indicatie van BVD-circulatie op basis van bloedonderzoek bij jongvee. Dit is een daling ten opzichte van eerdere metingen uit 2013 (19%) en 2011 (21%).

IBR-resultaten

Wat betreft IBR blijkt uit de resultaten van tankmelkonderzoek dat op 15,6% van de melkveebedrijven meer dan 10% van de melkgevende dieren antistoffen tegen IBR heeft. De GD spreekt van een gunstige ontwikkeling aangezien dit percentage lager ligt dan in 2011 (20,8%). Op basis van bloedonderzoek op niet-melkleverende bedrijven blijkt dat in 2015 9,6% van de bedrijven in Nederland volwassen vee heeft met antistoffen tegen IBR. Dit is lager dan het percentage uit 2011 (17,4%).

Denk mee over BVD en IBR op uw bedrijf en vul de enquête in op boerderij.nl/bvd-ibr

Beheer
WP Admin