PluimveeNieuws

De Heus: dertig weken opfok

Arnhem – Volgens De Heus voeders duurt de opfok van leghennen geen zeventien à achttien weken, maar dertig. De opfok loopt dus nog door nadat de jonge leghennen van het opfokbedrijf naar het legbedrijf zijn verplaatst.

Die eerste weken op het legbedrijf zijn cruciaal voor de latere prestaties van een koppel. “Als het tot dertig weken goed gaat met een koppel, gaat het in de regel in de rest van de legperiode ook goed”, zei Henry van ’t Hof, productmanager van De Heus donderdag tijdens het symposium legpluimvee van deze mengvoerfabrikant. Volgens Van ’t Hof bepaalt de opstart van een koppel leghennen veel. In de periode waarin de eierproductie op gang komt heeft de leghen (tijdelijk) een nutriëntentekort, dan kan de opname de behoefte aan nutriënten niet bijbenen. Die deficiëntie kan leiden tot leververvetting, risico op verminderde productie, risico op darmstoornissen en verkorting van de lengte van de legperiode.

Voorbereiden op legperiode

De Heus deed onlangs een proef om te bepalen hoe de hen tijdens de opfok zo goed mogelijk kan worden voorbereid op de legperiode. In de proef zijn vier eiwitniveaus en drie energieniveaus met elkaar vergeleken. Uit de resultaten van de proef komt onder meer naar voren dat de jeugdgroei van legkuikens wordt gedreven door de eiwitopname en dat het energieniveau veel minder relevant, zelfs ondergeschikt is. Dat betekent volgens Van ’t Hof niet dat hoger eiwit altijd beter is, want ,,te hoog eiwit kan de vertering verstoren.”

Daarentegen kan een lagere eiwitopname nadelige gevolgen hebben voor de weerstand van de dieren, vooral als door de lagere opname bepaalde aminozuren onvoldoende beschikbaar komen. Want afweereiwitten hebben bepaalde aminozuren nodig en ook voor herstel van darmschade zijn specifieke aminozuren nodig.

Verband tussen eiwitniveau opfokvoeders en verenkleed

Ook bleek er tijdens de proef een verband te bestaan tussen het eiwitniveau van opfokvoeders en het verenkleed. De legkuikens die het voer uit het standaard-opfokvoerprogramma van De Heus kregen hadden een goede veerscore op achttien weken leeftijd, terwijl groepen gevoerd met opfokvoeders die 10 of 20 procent minder eiwit bevatten dan het standaard-opfokvoer, 30 tot 50 procent veerschade vertoonden op die leeftijd. Van ’t Hof zou daarom graag verenmeel mogen verwerken in opfokvoeders.

De leverkwaliteit is volgens de productmanager onderbelicht tijdens de opfok. Die is namelijk volgens hem een belangrijke indicator van een nutriëntentekort. “Bij een nutriëntentekort worden de reserves aangesproken en dat is een zware belasting van de lever. En een vette lever remt de voeropname!”

Verlaagde weerstand

De jonge leghen, die net in productie komt en door onvoldoende voeropname met een nutriëntentekort te maken krijgt, loopt risico op verlaagde weerstand, een daardoor risico op darmontsteking met als gevolg slechte voervertering. Dit zal leiden tot onvoldoende ontwikkeling van het lichaamsgewicht, tegenvallend legpercentage, lage eigewichten, lagere schaalkwaliteit, chronische darmontsteking, verhoogde uitval, vervroegd ruimen.

Dip afvlakken

Volgens Van ’t Hof is het zaak via de voeropname zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de nutriëntenbehoefte door de dip af te vlakken en de tekortperiode in te korten. In dat verband past De Heus een 5-traps raket toe: tot 18 weken (in de opfok) opfok II-voer, op 19 en 20 weken op het legbedrijf pre-leg-voer, van 21 tot en met 24 weken transitie-voer, vervolgens van 24-27 weken startvoer en vanaf 28 weken legmeel 1. De Heus heeft in die voeders de voor die productiefasen geschikte eiwit- en vetbronnen en calciumniveaus. De voeders zijn afgestemd op soepele overgangen; voersoorten mengen is niet nodig.

Beheer
WP Admin