Producentenorganisatie heeft ten minste vijftien leden

Den Haag – Een producentenorganisatie in Nederland moet uit ten minste 15 leden bestaan; een brancheorganisatie moet tenminste 25 van de betrokken producenten en en tenminste 25 procent van de ondernemers in andere schakels uit die branche uitmaken. Dat staat in de ontwerpregeling voor producenten- en branche-organisaties, die minister Henk Kamp maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De producenten- en brancheorganisaties kunnen een deel van de activiteiten overnemen van de productschappen, die per 1 januari van dit jaar worden opgeheven. Als ze groot genoeg zijn kunnen ze regelingen treffen, die voor de gehele sector (ook niet-leden) kunnen gelden.

De minister gaat ervan uit dat 50 regelingen voor de gehele sector gaan gelden. Voor die regelingen moet hij een algemeen-verbindendverklaring afgeven. Dat gebeurt niet zomaar. De organisaties die daarom vragen, moeten  tenminste de helft van de producenten vertegenwoordigen en tweederde deel van de productie. Een branche-organisatie die voorschriften wil maken – die dan voor de gehele keten kunnen gelden – moet een aandeel hebben van tweederde in alle economische activiteiten in Nederland, waarvoor die regels gaan gelden.

De producenten- en brancheorganisaties in de zuivel worden in de ontwerpregeling van Kamp apart behandeld. Aanleiding daarvoor zijn de specifieke regels voor producenten- en brancheorganisaties in die sector, die tot stand gekomen zijn bij de maatregelen in verband met de crisis in de zuivel in 2008-2009 en met het oog op de afschaffing van de superheffing.