‘Speculatie heeft effect op voedselprijs’

New York – Bijna 90 procent van de handelaren op de termijnmarkten vindt dat speculatie de prijzen van grondstoffen beïnvloedt. Driekwart van de handelaren meent dat dit ook effect heeft op de voedsel- en olieprijzen.

Het Amerikaanse marktonderzoeksbureau SIS International Research ondervroeg 180 handelaren in grondstoffen en marktanalisten in opdracht van consumentenorganisatie Foodwatch. Volgens SIS geeft 89 procent van de handelaren en analisten aan dat de speculatieve handel op de termijnmarkten de noteringen van grondstoffen beïnvloedt. De speculatie heeft effect op de voedsel- en olieprijzen, meent 75 procent.

Het economisch onderzoeksbureau van het Amerikaanse ministerie van landbouw (ERS) kwam eerder dit jaar tot een tegengestelde conclusie. ERS bekeek de tarweprijzen op de termijnmarkten in de Verenigde Staten in februari 2008, toen de prijs piekte. Als er toen voldoende tarwe was geweest om aan de vraag te voldoen, was de prijs volgens ERS 40 tot 62 procent lager geweest. Zonder opbouw van tarwevoorraden was de prijs 11 tot 36 procent lager geweest. Het prijseffect door speculanten, de commodity index traders (CIT), was in februari 2008 minder dan 1 procent. Over de hele onderzoeksperiode van 2006 tot en met 2011 schat ERS de invloed van de CIT’s op de tarweprijs kleiner dan 1 procent. ERS stelt dat de tarweprijs wordt gestuurd door vraag en aanbod en economische ontwikkelingen en nauwelijks door speculatie. Daarom heeft het beperken van speculatie weinig effect op de tarweprijs.