AkkerbouwAchtergrond

HR: Octrooiwet helpt bij afdwingen kwekersrechten

Zonder dat de knolselderijzaden ‘Diamant’, ‘Briljant’ en ‘Prinz’ daadwerkelijk zijn geleverd, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat zaadveredelingsbedrijf Novisem uit Baarlo de op die zaden rustende kwekersrechten heeft geschonden.

Dit in tegenstelling tot de voorzieningenrechter Roermond en het Hof in Den Bosch, die beiden de vordering van het Anti Infringement Bureau (AIB) – de belangenvereniging van zaad- en plantveredelaars – tegen Novisem had afgewezen, omdat niet was gebleken dat er daadwerkelijk inbreuk was gemaakt op het kwekersrecht.

Door niet alleen naar de Zaai- en plantgoedwet 2005 (ZPW) te kijken, maar ook de Rijksoctrooiwet erbij te betrekken, komt de Hoge Raad tot het oordeel dat het kwekersrechtelijke ‘te koop aanbieden’ door rechter en Hof te beperkt is uitgelegd.

Geen inbreuk

In deze zaak gaat het erom dat Novisem in een prijslijst de knolselderijzaden ‘Diamant’, ‘Briljant’ en ‘Prinz’ heeft aangeboden aan relaties. In gesprekken is wel aangegeven dat levering pas mogelijk is na het aflopen van het kwekersrecht. Op de eerste twee zaden had Bejo Zaden destijds het kwekersrecht en op Prinz heeft Nunhem het kwekersrecht. Het enkele feit dat er een prijslijst is en de door de kwekersrecht beschermde rassen ter sprake komen in gesprekken tussen Novisem en potentiële kopers, levert naar het Hof nog geen inbreuk op.

‘Aanbieden’ moet duidelijk worden uitgelegd

Volgens de Hoge Raad stelt de ZPW dat het in de handel brengen van teeltmateriaal van dat betreffende beschermde ras, aan de houder van het kwekersrecht is voorbehouden. Onder ‘in de handel brengen’ valt volgens de ZPW onder meer ‘te koop aanbieden’.

De Hoge Raad constateert dat volgens de Rijksoctrooiwet het ‘aanbieden’ ruim moet worden uitgelegd en dat daarvan ook sprake is als een product dat onder de beschermingsomvang van het octrooi valt, tijdens de looptijd van het octrooi wordt aangeboden met de mededeling dat dit pas na expiratiedatum van het octrooi kan worden geleverd.

Schade voor de rechthebbende

De achtergrond van deze formulering is volgens de Hoge Raad dat de mededeling dat een dergelijk product bij een ander dan de octrooihouder beschikbaar komt, de partij aan wie die mededeling wordt gedaan ervan zou kunnen weerhouden het product bij de octrooihouder te kopen. Dit levert dus schade op voor de rechthebbende.

Kwekersrecht en octrooirecht hebben hetzelfde doel

Het kwekersrecht en het octrooirecht hebben volgens de Hoge Raad hetzelfde doel; de houder van dat recht de gelegenheid geven om gedurende een bepaalde tijd op exclusieve basis het product te exploiteren, om op die manier zijn investeringen in de ontwikkeling daarvan te kunnen terugverdienen. Daarom is er volgens de Hoge Raad geen reden om voor de uitleg van het begrip ‘aanbieden’ in het kader van het kwekersrecht een andere maatstaf aan te leggen dan voor het octrooirecht.

Ook voor het kwekersrecht geldt dus dat van ‘te koop aanbieden’ sprake is, indien dit aanbod wordt gedaan onder het voorbehoud dat het desbetreffende materiaal pas geleverd kan worden na expiratie van het kwekersrecht.

Uitspraak van groot belang

Volgens Casper van Kempen, managing director van AIB, is het belang van deze uitspraak groot. “Deze principiële uitspraak bevestigt dat beschermde rassen niet alvast onder voorbehoud van afloop van het kwekersrecht te koop mogen worden aangeboden door derden.”

Beheer
WP Admin