Bij het kweken van insecten ontstaan reststromen die bestaan uit vervellingshuidjes. - Foto: Michel Velderman AkkerbouwNieuws

WUR: reststromen insecten goed voor gewasgroei

Reststromen van insectenkweek bevatten componenten die nuttige microben in de bodem kunnen stimuleren. Die micro-organismen bevorderen de groei, gezondheid, bestuiving en weerstand van planten. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research en het Nederlands Instituut voor Ecologie.

Bij het kweken van insecten ontstaan reststromen die bestaan uit vervellingshuidjes, insectenuitwerpselen en ongebruikt voer. De uitwerpselen zijn rijk aan stikstof en de huidjes van insecten zijn rijk aan chitine, een polymeer dat de meeste organismen moeilijk kunnen verteren. “Er zijn echter diverse bacteriën die chitine kunnen metaboliseren (omzetten), en die micro-organismen maken planten weerbaarder tegen ziekten en plagen”, aldus hoogleraar entomologie Marcel Dicke. “Wanneer je vervellingshuidjes aan de grond toevoegt, neemt de populatie van die nuttige bacteriën toe.”

Veranderingen in het microbioom van de bodem als gevolg van insecten, kunnen ook het fenotype (uiterlijke eigenschappen) van planten beïnvloeden. De toevoeging van chitine kan bijvoorbeeld de bloei van planten beïnvloeden. Planten kunnen waarschijnlijk hun fenotype veranderen als reactie op de grotere beschikbaarheid van voedingsstoffen door het toepassen van insectenreststromen. Dat kan weer gevolgen hebben op de interactie tussen planten en bestuivers.

Bijdragen aan kringlooplandbouw

De onderzoekers stellen dat microben met plantengroeibevorderende eigenschappen het gebruik van kunstmest of synthetische gewasbeschermingsmiddelen kunnen verminderen. De onderzoekers verwachten dat door de groeiende insectensector grote hoeveelheden insectenreststromen beschikbaar komen. “De toepassing van deze reststromen als bodemverbeteraar kan verder bijdragen aan een duurzame en kringlooplandbouw. In het licht van wetgeving die het gebruik van synthetische bestrijdingsmiddelen steeds restrictiever wordt, kunnen deze producten alternatieven bieden ter ondersteuning van de ontwikkeling van duurzame plaagbestrijding”, is een conclusie in het onderzoek.

Op Europees niveau wordt gewerkt aan regelgeving voor de standaarden voor insectenreststromen. Zo zou de reststroom eerst verhit moeten worden op 70 graden voordat het gebruikt kan worden.

Reacties

  1. Er staat mij te vaak ‘ kunnen’. Niet veel bewezen dus. Je ‘kunt’ wel tien keer achter elkaar 6 gooien met de dobbelsteen. Dat is niet gelogen maar erg wetenschappelijk is die marcel dicke niet.
    Daarnaast vreten die insecten in de toekomst onze akkers kaal omdat er tussen dat afval ook nog levende insecten zitten.

Beheer
WP Admin