Wiersma met melkveesector in gesprek over aanvullend mestpakket

Landbouwminister Wiersma gaat in gesprek met de melkveesector over extra mestmaatregelen. De Kamer vraagt om meer actie en mogelijk een aanvullend plan.

Landbouwminister Femke Wiersma zegt op korte termijn met organisaties uit de melkveehouderij in gesprek te gaan over een sectorplan met aanvullende maatregelen om het mestoverschot te beperken. Daarbij wordt ook gesproken over een vrijwillige regeling waarbij melkveehouders op korte termijn de mestproductie verlagen door hun veestapel tegen een vergoeding te verkleinen.

De Tweede Kamer is tijdens het mestdebat kritisch over de mestmaatregelen van Wiersma. De voorgenomen maatregelen van het verlagen van het mestproductieplafond en de afroming bij de handel in dierrechten zijn volgens een ruime Kamermeerderheid niet genoeg om de druk op de mestmarkt te verlagen. NSC-Kamerlid Harm Holman en CDA-Kamerlid Eline Vedder vroegen de minister daarom om in gesprek te gaan met sectorpartijen.

Sector werkt aan mestoplossingen

Sectororganisaties in de melkveehouderij werken aan verdere maatregelen om een koude sanering in de melkveehouderij te voorkomen. De gesprekken van de zeven organisaties borduren voort op het crisisplan dat in april werd gepresenteerd door LTO, NZO, Natuurweide en NAJK. Er wordt nu gewerkt aan plannen voor voermaatregelen om het mineralengehalte in de mest te verlagen en verder wordt gezocht naar mogelijkheden om de plaatsingsruimte te verruimen, bijvoorbeeld via gasvormige verliezen en aanpassing van NV-gebieden. Daarnaast wordt gesproken over een regeling waarbij veehouders vrijwillig een deel van hun veestapel afstoten – al dan niet tijdelijk – om zo de mestproductie per direct te verlagen. Een soort slachtpremie. CDA en NSC vroegen de minister of zij hier iets in wil betekenen. Volgens Holman kan een goede regeling die boeren stimuleert om op vrijwillige basis koeien uit de keten te halen een oplossing bieden voor het stuwmeer aan mest dat ontstaat. Wiersma zegde toe in gesprek te willen gaan. Met name voor het voerspoor ligt de opdracht volgens haar bij de sector, omdat de overheid hier geen mogelijkheden heeft.

Kamer eist actie en plan B

De Kamer roept Wiersma op met een plan B te komen om de druk op de mestmarkt te verlagen. Haar inzet op een nieuwe derogatie wordt door meerdere partijen als zeer risicovol bestempeld, waarbij een koude sanering van de veehouderij dreigt als dit niet lukt. De BBB-minister erkent tijdens het debat dat het verlagen van de mestproductieplafonds, de afroming op de handel in productierechten en de Lbv- en Lbv-plus regeling niet voldoende zijn om de problemen met het mestoverschot door de afname in mestplaatsingsruimte op te vangen.

Volgens haar is een plan B niet nodig, omdat ze al alles op alles zet om de druk op de mestmarkt te verlagen en dat ze daarom al met plan A tot en met Z is gekomen. “We hebben op het ministerie alle stenen omgedraaid om te kijken wat we nog kunnen doen. Met het plan voor mest in de potgrond aan toe”, aldus Wiersma. Op aandringen van een ruime meerderheid gaat de BBB-minister wel proberen om de brede beëindigingsregeling eerder open te stellen dan in het door haar aangekondigde 2026. “Dat is echt te laat”, aldus Pieter Grinwis (CU). Wiersma wil proberen de regeling te vervroegen, maar waarschuwt dat er nog een lang traject nodig is van onder andere goedkeuring in Brussel en goedkeuring in de ministerraad, omdat de begroting gewijzigd moet worden.

De Tweede Kamer debatteert in november over de hoge druk op de mestmarkt. Volgende week stemt de Kamer over het wetsvoorstel voor het verlagen van de mestproductieplafonds en de afroming bij handel in dier- en fosfaatrechten.