Wantenaar promoot kleinere zuivelbedrijven

Kleinere zuivelbedrijven kunnen in de toekomst wellicht een hogere melkprijs uitbetalen dan Friesland Campina. Weet u wie dit zegt? Drie maal raden!

Het is Campina-voorzitter Kees Wantenaar. Hoe is het mogelijk. Bij de lancering van de fusie werd trots gemeld dat Friesland Campina de hoogste melkprijs van West Europa ging uitbetalen. Alle boeren blij. Dat was tenminste klare taal. Weg met de marktconforme melkprijs, die altijd een gemiddelde weergeeft. Weg met de gezapige plaats van Campina in de middenmoot. Streven naar het hoogste. Dat is wat leden verwachten.

En dan nu de ontnuchtering. “Kleine zuivelbedrijven betalen waarschijnlijk meer”, klinkt het mismoedig uit de mond van Wantenaar. Wat een berusting op voorhand. Wat een voorbeeld voor de directies. Die hebben nu al een excuus voor een tegenvallende melkprijs.

Wat ook een lamlendige vorm van besturen. Bestuurders moeten de directies achter de broek zitten om een zo hoog mogelijke melkprijs uitbetalen. De kleine zuivelondernemingen overvleugelen. Dat moet de opdracht van de fusieonderneming Friesland Campina zijn.

Directeur Eric Hulst van Cono Kaasmakers voelt dat feilloos aan. Hij zegt: “Een hogere melkprijs dan die van de grote broers in ons bestaansrecht”. Woorden van deze strekking had Wantenaar moeten gebruiken.

Met zijn opmerkingen van nu creëert hij luie directies. Bovendien spoort hij ons aan over te stappen naar kleine zuivelondernemingen. Een valse start van een fusie, waarvan we nu niet meer weten wat we ervan mogen verwachten.