Vooral poepresten in stedelijk afvalwater is gevaar voor landbouw

In stedelijk afvalwater dat gebruikt wordt voor irrigatie, is de poepbacterie E.coli de grootste risicofactor.

Dat concluderen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en Wageningen Universiteit in een gezamenlijke studie die is gemaakt naar aanleiding van Europese regelgeving om stedelijk afvalwater meer in te zetten als irrigatiemiddel in de landbouw.

RIVM en WUR hebben bestaande normen gebruikt om te komen tot criteria voor ziekteverwekkers en chemische stoffen in gezuiverd stedelijk afvalwater .

Ziekteverwekkers

Er zijn veel ziekteverwekkers die potentieel in gezuiverd stedelijk afvalwater voor kunnen komen. Over het algemeen zijn de risico’s daarvan niet groot, omdat de blootstelling via gezuiverd stedelijk afvalwater verwaarloosbaar is, ook als het water wordt gebruikt om gewassen te irrigeren. Eigenlijk is er alleen een risico in de glastuinbouw, “omdat hier gewassen in een steriele omgeving groeien. Kleine aantallen toegevoegde ziekteverwekkers kunnen dan meer schade veroorzaken (…),”, aldus de onderzoekers in een samenvatting.

In het onderzoek is nu alleen gekeken naar de potentiële risico’s bij het gebruik van gezuiverd stedelijk afvalwater in de land- en tuinbouw. In volgende onderzoeken wordt ook gekeken naar risico’s voor drinkwaterbronnen en de gevaren voor omwonenden of passanten. Dat onderzoek is volgend jaar klaar.