Voerkosten beheersen én melkproductie optimaliseren
Ruwe eiwitten in voer van melkkoeien zijn een sleutelfactor voor agrarische, economisch en ecologisch duurzame productiesystemen.
Door het tekort aan bepaalde grondstoffen en de stijgende energieprijzen sedert enkele maanden en door de recentere Russisch-Oekraïense oorlog zien professionals in dierlijke productie en ook veefokkers zich verplicht om hun productiekosten te herzien. Voederkosten vertegenwoordigen meer dan de helft van de productiekost van dierlijke producten.
Voerefficiëntie
Het is in de huidige context van dure grondstofprijzen nog belangrijker om veevoer te herformuleren en de rantsoenen aan te passen om een aanvaardbare marge op de voederkosten te behouden. Het sleutelwoord is voerefficiëntie. Enerzijds voor de rendabiliteit, anderzijds voor het milieu, twee factoren die de komende jaren een van de grote uitdagingen blijven voor de veeteeltsector.
Er bestaan verschillende voederstrategieën om de voerefficiëntie te verhogen en minder te verspillen. Het is zinvol om vee de juiste hoeveelheid voedingstoffen te geven – energie, eiwitten, aminozuren, mineralen, spoorelementen en vitaminen – op het juiste moment, namelijk als het dier ze nodig heeft om het lichaam in goede conditie te houden en voor productie.
Productiecycli in fasen indelen
Voor dit precisievoederen is het noodzakelijk dat productiecycli worden ingedeeld in fasen, die elk een aangepaste voeding vereisen. Er zijn echter twee grote hinderpalen voor de ontwikkeling van precisievoeding. De eerste is de opdeling van het vee in homogene groepen tijdens hun productieve levensduur. Dat vraagt een aangepast beheer van elke box en eventueel specifieke infrastructuur (zoals automatische krachtvoerdispensers, sorteerhekken en elektronische identificatie van dieren). Ten tweede zijn er verschillende soorten voeders nodig, wat opslag- en logistieke kosten met zich mee kan brengen.
Een alternatieve strategie om zowel de economische als ecologische uitdaging aan te pakken is de nutritionele eisen voor het voer te verlagen. Dat leidt tot de vraag of de prestatie van boerderijdieren daarmee op hetzelfde niveau blijft. Het is aangetoond dat met minder voer het metabolisme zelfs nog efficiënter kan zijn. Dat geldt in het bijzonder voor het gebruik van eiwitten bij melkkoeien.
Focus op eiwitefficiëntie bij melkkoeien
Een melkkoe die dagelijks 35 kg melk produceert, heeft ongeveer 4 kg ruwe eiwitten per dag nodig. De eiwitefficiëntie van melkkoeien schommelt tussen 25 en 35%. Een verbeterd gebruik van ruwe eiwitten in het dieet van melkkoeien is een sleutelfactor voor agrarische, economisch en ecologisch duurzame productiesystemen.
De eiwitefficiëntie kan op verschillende manieren berekend worden. Bijvoorbeeld, de efficiëntie van ruw-eiwitgebruik is de verhouding van het eiwitgehalte in melk ten opzichte van de hoeveelheid dagelijks geconsumeerde ruwe eiwitten. Deze verhouding kan bij grazende koeien zelfs verlaagd worden tot 13% wanneer het gras in de lente en herfst heel rijk is aan pens-afbreekbaar eiwit.
Als een koe meer eiwitten dan nodig opneemt, zal ze tussen 70 en 90% stikstof uitscheiden via de urine. Dat resulteert in verhoogde nitraatwaarden in de bodem en het grondwater.
Aangezien een teveel aan ammoniak schadelijk is voor de gezondheid, wordt overtollig eiwit in het voer omgezet in ureum, dat van het plasma wordt getransporteerd naar het speeksel, de urine en de melk. Melkureumstikstof wordt beschouwd als een niet-invasieve en gemakkelijk meetbare biomarker om de eiwitgebruikefficiëntie te bepalen en de stikstofuitstoot via urine te voorspellen.
Hoe kan het sojaschrootgehalte in de voeding van melkkoeien verlaagd worden?
De eiwitgrondstof bij uitstek, sojaschroot, heeft te lijden onder bevoorradingsproblemen voor specifieke kwaliteiten (<0,9% ggo’s, gegarandeerde traceerbaarheid van producten, geen ontbossing) en onder extreme prijsschommelingen. In dat geval zijn substitutiegoederen als raapzaad- of zonnebloemschroot noodzakelijk. Afgezien van de hoge kostprijs de komende maanden levert een lager sojaschrootgehalte in mengvoer kwalitatieve voordelen op, zoals een ggo-vrije garantie. Maar het biedt ook milieuvoordelen, zoals minder trans-Atlantische vrachtvaart en minder ontbossing.
Het is bekend dat sensoriële toevoegingsmiddelen (ST), bereid met bepaalde plantenextracten, de voerefficiëntie verbeteren. Bovendien laten ze toe om sereen de verlaging van voerspecificaties en rantsoenen te overwegen terwijl de productie op hetzelfde niveau blijft. Een combinatie van etherische olie van oregano, andere etherische oliën en actieve stoffen uit planten vermindert de pensfermentatie van voereiwitten en stimuleert de microbiële eiwitproductie. Daardoor neemt de pool van metaboliseerbare eiwitten toe. De op het terrein vastgestelde productiviteitswinst kan worden vertaald in matrixwaarden om voeders en rantsoenen met een lager eiwitgehalte te bereiden.
Oleobiotec Ruminant werd getest vanuit een nutritionele uitdaging om het gehalte aan sojaschroot (SS) in het totale mengvoerrantsoen van melkkoeien met 45% te verminderen. Het SS-rijk dieet werd bereid conform de vereisten van netto-energie voor lactatie (NEL) en metaboliseerbare eiwitten (ME) voor een koe die 650 kg weegt en 40 kg melk/dag produceert, met 36 g vet/kg melk en 30 g puur eiwit/kg melk aan het begin van de test.
Het SS-arm dieet voldeed alleen aan de NEL-vereisten. De test nam de vorm aan van een Latijns vierkant (14 koeien) met 14 dagen aanpassing en 14 dagen observatie. Verschillende parameters werden bekeken om de voerefficiëntie en de efficiëntie van ruw-eiwitgebruik (RE) te beoordelen (zie tabel 1 hieronder) en de stikstoflozing in het milieu te evalueren (zie tabel 2 hieronder).


Eiwitefficiëntie verbeterd
De toevoeging van enkele grammen van een mengsel, bestaande uit kenmerkende en gestandaardiseerde plantenextracten, aan een rantsoen van 15% ruw eiwit verbeterde de eiwitefficiëntie met 2,7 punten. De dagelijkse stikstoflozing in de vorm van urinaire ureum verminderde met 31%. Tot slot verbeterde de melkproductie met 3,8% per kg opgenomen droge stof.
Het is dus mogelijk om met een lagere voedingsinname hetzelfde efficiëntieniveau te behouden door het herformuleren van veevoer, en in het bijzonder door mengsels die het gebruik van het voer verbeteren. De rentabiliteit van dierlijke productie kan verbeterd worden, zelfs in een context van stijgende prijzen en wijzigende grondstoffen, en bovendien op een milieuvriendelijke manier.