AlgemeenAchtergrond

Voedselzekerheid is kwestie van geloof en karakter

Lukt het om de almaar groeiende wereldbevolking van voedsel te voorzien? Het antwoord op die vraag hangt af van het karakter van degene die het zegt. Een optimist als Rudy Rabbinge zegt; ’Ja, met gemak.’ Een pessimist als Klaas van Egmond ziet donkere wolken.

Deze week is de 7-miljardste wereldburger geboren, waarschijnlijk in India. De bevolking groeit verder tot 9 miljard in 2050 en naar verwachting 10 miljard aan het eind van de eeuw. De groeicurve die de mensheid laat zien, ziet er precies uit als het angstbeeld van de Britse wetenschapper Thomas Malthus. Die meende 200 jaar geleden een natuurwet te hebben ontdekt die er op neerkomt dat populaties harder groeien dan de biologische basis waarop ze leven. Het gaat dus per definitie fout, de wal keert het schip. In die tijd was de wereldbevolking nog meer dan tien keer zo klein als nu.

Rudy Rabbinge, tot zijn pensionering eind dit jaar professor aan de WUR, bracht Malthus in herinnering afgelopen week, tijdens een lezing bij het Natuurwetenschappelijk gezelschap over voedselzekerheid, om aan te tonen dat pessimisten tot nu toe het gelijk niet aan hun zijde hebben. ”Sinds die tijd zijn we er veel beter aan toe, terwijl er twintig keer zo veel mensen rondlopen.” Niet alleen de productie van voedsel is enorm gestegen, ook de beschikbaarheid van voedsel per persoon. ”En dat allemaal dankzij meerdere, deels zelfs onopgemerkte, groene revoluties.”

Historische cijfers onderschrijven dat. Groeicurves van agrarische productiviteit lopen niet alleen constant omhoog, maar vertonen af en toe knik-momenten of ’discontinuïteiten’; dat zijn de momenten van extra snelle vooruitgang, of revolutie.

Aan het eind van de middeleeuwen kwam er 800 kilo graan van een hectare, in 1900 bijna twee ton en nu is het 9 ton of meer. Minstens even belangrijk is de toename van de efficiëntie. Het aantal uren werk per hectare daalde van 600 per jaar in 1400 tot 12 nu. Al met al een stijging van de arbeidsproductiviteit met een factor 200 tot 300.

En het eind is nog niet in zicht, aldus Rabbinge. Er zijn meer groene revoluties mogelijk. In grote delen van de wereld is nog een enorme ’yield gap’, een gat tussen de mogelijke en de werkelijke opbrengst. Daar is zelfs zonder gentechnologie verdubbeling van de productie mogelijk. Vooral in Afrika, het continent met het grootste probleem als het gaat om voedselvoorziening én bevolkingstoename. Maar ook in Nederland zijn de mogelijkheden voor productiegroei nog niet uitgeput, aldus de wetenschapper. Hij wijst op het onderzoeksproject waarin fotosynthese kunstmatig wordt nagebootst, maar dan efficiënter. En wellicht is het met gentechnologie mogelijk om C3-gewassen (bijvoorbeeld tarwe, rijst en groentes) om te bouwen tot C4-gewassen (zoals mais en suikerriet), waardoor ze veel efficiënter worden.

Tegenover de ’vooruitgangsoptimist’ Rabbinge staan meer pessimistisch ingestelde wetenschappers, zoals Klaas van Egmond, ex-directeur van het Milieu- en Natuurplanbureau, nu hoogleraar in Utrecht en auteur van het boek Een vorm van beschaving. Hij sprak op de bijeenkomst zijn grote zorgen uit. ”We staan voor een helse opgave. De wereldbevolking verdubbelt mogelijk nog, en de beste landbouwgrond is al in gebruik. Het fosfaat raakt op, wat betreft stikstof zijn de grenzen van de draagkracht van de aarde al bereikt en er is een toenemend tekort aan water.”


Nieuwsbrief Graanmarkt

Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van noteringen en marktontwikkelingen binnen de graanmarkt.

  • Datumnotatie:MM slash DD slash JJJJ
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Beheer
WP Admin