AlgemeenOpinie

Veenkoloniën op eigen benen

‘In 2040 zijn de Veenkoloniën aanmerkelijk minder afhankelijk subsidies dan nu.’ Erg gewaagd is deze veronderstelling van de Comiissie Landbouw Veenkoloniën niet. Het adviesrapport dat de commissie donderdagavond presenteerde is dat evenmin.

Tien adviezen formuleerde de commissie onder leiding van oud-professor Rudy Rabbinge. Er zitten een paar interessante bij, maar hemelbestormend zijn ze bepaald niet. De anticlimax begint al bij advies nummer 1: ‘Stimuleer de samenwerking binnen de ketens en tussen de ketens’. Gevolgd door nummer 2: ‘Creëer meerwaarde in de ketens.’ Wat volgt zijn adviezen als ‘stimuleer samenwerking tussen de primaire bedrijven’ en: ‘Benut het agrarisch opbrengstpotentieel.’

Dit soort frases worden vaak gebruikt om de harde werkelijkheid te maskeren. Zo ook nu. De overheid kan weinig doen. Bij de afbouw van de Europese landbouwsubsidies is de voor deze regio zo belangrijke zetmeelsector op zichzelf aangewezen. De commissie pleit nog voor een overgangstermijn, om tijd te rekken voor de benodigde aanpassingen aan de wereldmarkt. Het is te proberen, maar het is lapwerk.

Steviger klinkt het pleidooi voor verbetering van de watertoevoer. Dat is echt een taak voor een overheid, evenals het kanaliseren van de resterende subsidies. Verder zal de landbouw hier net als elders toch vooral op eigen benen moeten staan. Met alle sterke kanten van de regio – ruimte, goede ondernemers, unieke industrie – moet dat kunnen.

Beheer
WP Admin