Troostwijk: 30% meer veilingen in agrarische sector

Veilinghuis Troostwijk Auctions signaleert een sterke toename van het aantal veilingen in de agrarische sector. In 2024 nam het aantal online veilingen 30% toe. Die stijging zet door, ook in het eerste kwartaal van 2025 is er sprake van een toename van het aantal veilingen. Volgens Troostwijk groeide dit aantal met 21% ten opzichte van dezelfde periode in 2024.

Een verklaring in de sterke toename ligt volgens Troostwijk in de strengere regelgeving, economische druk en onzekerheid over de toekomst. Het stikstofbeleid dwingt veel boeren tot ingrijpende keuzes. Lage opbrengstprijzen, in combinatie met stijgende kosten, drukken zwaar op de marges, waardoor volgens Troostwijk vooral kleinere bedrijven moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Daarnaast speelt ook psychosociale druk een belangrijke rol.

Onzekere toekomst

Stoppen wordt steeds meer gezien als de enige optie. “We zien steeds vaker dat agrarische ondernemers hun bedrijfsmiddelen via veilingen verkopen om hun bedrijfsvoering op een gestructureerde manier af te ronden. Vooral in regio’s waar de impact van milieumaatregelen groot is, stijgt het aantal veilingen snel. Dit toont aan hoe onzeker de toekomst voor veel agrarische ondernemers is”, aldus Arjan Averink, accountmanager bij Troostwijk.

De onzekerheid en strengere regelgeving zetten ook bedrijfsopvolging onder druk. Potentiële opvolgers haken af. “Dit leidt ertoe dat steeds meer agrarische ondernemers hun bedrijf beëindigen of verkopen, waardoor het aantal bedrijven gestaag afneemt”, concludeert Averink.

Vrijwillige verkoop

Troostwijk organiseert online veilingen uit faillissement of vrijwillige verkoop. In de agrarische sector gaat het vooral om vrijwillige verkoop. “Het idee dat je alleen veilt wanneer je failliet gaat, is achterhaald”, aldus Averink. In 2023 waren 189 veilingen in de sector vrijwillig bij Troostwijk Auctions. In 2024 steeg dit naar 250, en in 2025 zet die stijging door.

Circa 60% van de geveilde trekkers, machines en gereedschappen blijft in Nederland, de rest gaat naar het buitenland. België is de grootste afnemer, gevolgd door Duitsland en landen in het Oostblok en de Balkan.