Tepelvoeringen vaak te laat vervangen

Tweederde van de melkveehouders vervangt de tepelvoeringen te laat. Dat blijkt uit onderzoek van Uiergezondsheidcentrum Nederland (UGCN).

Tepelvoeringen zijn versleten na 2.500 melkbeurten. Uit het onderzoek blijkt dat tweederde van de melkveehouders de tepelvoeringen pas na meer dan 3.000 melkbeurten vervangt. Veel te laat, aldus UGCN. Gevolgen zijn grotere risico’s op verspreiden van ziekteverwekkers, trager melken en meer kwartieren met restmelk.

Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van de melkveehouders de tepelvoering standaard eens per jaar, bijvoorbeeld na een onderhoudsbeurt, vervangt. Maar dat is meestal te laat. Bij 80 melkkoeien, twee keer daags melken en een 2 x 6 melkstal is de maximale gebruiksduur van de tepelvoering 6 maanden. Bij 50 koeien en een 2 x 4 melkstal is de maximale gebruiksduur 6,5 maanden en de tepelvoeringen bij een veestapel van 120 koeien en een 2 x 10 melkstal zouden elke 7 maanden vervangen moeten worden.

De meeste veehouders vervangen de tepelvoeringen op basis van maanden in plaats van aantal melkingen, blijkt uit het onderzoek. Vooral bedrijven met meer dan 50 koeien vervangen de tepelvoeringen te laat. Mogelijke oorzaak van de vertraging is dat het bedrijf gestaag is doorgegroeid, maar dat veehouders er niet aan hebben gedacht dat daarmee ook het gebruik van de melkklauwen veel intensiever is en de tepelvoeringen dus eerder vervangen moeten worden.

UGCN heeft een rekenmodule ontwikkeld om uit te rekenen hoe lang tepelvoeringen meegaan. Melkveehouders kunnen zelf berekenen wanneer hun tepelvoeringen aan vervanging toe zijn. De manier van melken, de soort tepelvoeringen, rubber of siliconen, het aantal melkingen per dag, het aantal melkstellen en het aantal koeien zijn daarbij van belang.