AlgemeenNieuws

Tegenstellingen in Belgisch landbouwinkomen

Brussel – Het inkomen van Belgische landbouwers bleef in 2013 stabiel. Als men echter rekening houdt met de inflatie, daalt het factorinkomen met 2,1 procent. Dan valt het ook iets lager uit dan het gemiddelde over de periode 2009-2012.

Dat blijkt uit cijfers die de FOD Economie verstrekt aan Eurostat. Eerder dit najaar voorspelde Boerenbond al een stabilisering van het landbouwinkomen op hetzelfde (ondermaatse) niveau van 2012.

De evolutie van het landbouwinkomen in België is zeer gelijklopend met de gemiddelde evolutie in alle 28 Europese lidstaten, zegt de FOD Economie. De waarde van de Belgische landbouwproductie ging licht omhoog (+1,6 procent). Die kleine stijging valt vooral te verklaren door de forse toename van de waarde van de aardappelproductie en vooral van de melkproductie (+26,1 procent). Die is net voldoende om de uitgesproken daling in de graansector (-27,2 procent), in de eierproductie (-25,8 procent) en de nijverheidsgewassen (-12,3 procent) goed te maken.

Achter de gemiddelde Europese evolutie van het landbouwinkomen (-1,3 procent) gaan zeer ruime verschillen schuil. Zo is de evolutie ten opzichte van 2012 vrij negatief voor Duitsland (-10 procent) en vooral voor Frankrijk (-16,4 procent), terwijl die duidelijk positief is voor Nederland (+11,4 procent), Roemenië (+ 10,4 procent) en Spanje (+10 procent). In Estland was juist sprake van de grootste daling met 17,2 procent, gevolgd door Frankrijk (-16,4 procent) en Kroatië (-16,2 procent).

Het factorinkomen tegen basisprijzen, dit is de netto toegevoegde waarde tegen basisprijzen verminderd met de onrechtstreekse belastingen en verhoogd met de subsidies, is in België nagenoeg identiek met het voorgaande jaar (-0,2 procent). In reële waarde, als men rekening houdt met de inflatie, daalt het factorinkomen echter met 2,1 procent. De index van het reële factorinkomen per werkkracht in de landbouw ging zeer lichtjes vooruit (+0,8 procent).

In de Belgische landbouw zijn de inkomens zeer gevoelig aan de evolutie van de kosten voor productiemiddelen. De prijsstijging van die producten bleef dit jaar binnen de perken (+1,7 procent in nominale waarde). In reële waarde liepen de kosten zelfs heel lichtjes terug (-0,4 procent). Die relatieve stabiliteit stemt overeen met de waarnemingen in Frankrijk (+1,4 procent), Duitsland (-1,5 procent) en Nederland (+0,1 procent).

Beheer
WP Admin