<em>Foto: ANP</em> AlgemeenOpinie

‘Tegen het EU-verdrag – en wat nu?’

Het kabinet krijgt het nog lastig een goed antwoord te formuleren op de uitslag van het referendum. Het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne kan in elk geval niet worden voorzien van de Nederlandse handtekening.

Het Nederlandse volk heeft gesproken. De uitslag van het referendum over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne laat geen ruimte voor twijfel. Een ruime meerderheid is tegen het verdrag.

Het kabinet staat voor de lastige vraag wat er nu met deze raadgeving van het Nederlandse volk moet gebeuren. Minister-president Rutte heeft in een eerste reactie al aangegeven dat het kabinet het verdrag niet kan ratificeren.

Daarmee ligt er direct ook een probleem op het bord van de Europese Unie. Want het verdrag is pas geldig als alle lidstaten het hebben goedgekeurd (geratificeerd). Dat 27 lidstaten al hebben geratificeerd maar één lidstaat dat weigert, leidt tot een situatie die voor zover bekend niet eerder is voorgekomen. Het betekent dat er in ieder geval een beweging gemaakt moet worden in de richting van Nederland.

Voetnoot of opnieuw onderhandelen?

De vraag is hoe hard het kabinet het gaat spelen. De geopperde mogelijkheden variëren tussen het toevoegen van een voetnoot bij het verdrag, waarin wordt verwezen naar de Nederlandse positie tot het heropenen van de onderhandelingen over het verdrag. Dat laatste lijkt niet voor de hand te liggen, omdat er nu eenmaal een grote meerderheid binnen de Europese Unie is die het eens is met wat er ligt.

Daar komt bij dat het verdrag – vooral het handelsgedeelte – al sinds begin dit jaar van kracht is. Er komen nu feitelijk al (agrarische) producten – weliswaar mondjesmaat – uit de Oekraïne naar Nederland en omgekeerd. En er is al sprake van versoepeling van de investeringsmogelijkheden voor Europese bedrijven in Oekraïne. Die situatie kan niet eenvoudig worden teruggedraaid, tenzij dat meteen voor de gehele Europese Unie gebeurt.

Het tegenhouden van Oekraïense pluimveeproducten, vanwege de veronderstelde miserabele dierenwelzijnssituatie in Oekraïne (ongelijk speelveld) kan wel, maar niet alleen voor Nederland. Dat vanwege de Europese interne markt: wat het ene EU-land in mag, mag in elk ander EU-land worden ingevoerd.

Sleutelpositie of lastpost

De Nederlandse nee-stem brengt Nederland binnen de Europese Unie in elk geval in een positie om rekening mee te houden. De vraag is of de rest van Europa Nederland nu meer serieus gaat nemen, of dat een van de founding fathers van de Europese Unie meer en meer als een lastpost wordt beschouwd.

Staatssecretaris Martijn van Dam zal volgende week bij de volgende EU-landbouwraad geheid de vraag krijgen wat zijn interpretatie van de uitslag is. Van Dam kiest vooralsnog het formele standpunt; dat het kabinet zich over de uitslag zal buigen en daarover een positie zal innemen. Het hartstochtelijke pleidooi van Van Dam vóór het associatieverdrag, anderhalve week geleden uitgesproken in het bijzijn van de Oekraïense landbouwminister heeft in elk geval niet tot het gewenste resultaat geleid.

Beheer
WP Admin