AlgemeenOpinie

Superintensief

Het pleidooi van Aalt Dijkhuizen voor intensivering is theorie en niet bruikbaar in de echte landbouwwereld.

Het is goed gebruik dat de universiteiten het nieuwe studiejaar openen met festiviteiten en toespraken. Op de Wageningse universiteit deed de baas zelf, Aalt Dijkhuizen, een duit in het zakje. Hij verkondigde dat de landbouw intensiever moet, want dat is beter voor het milieu. Niet alleen elders in de wereld, maar ook in Nederland. De stelling van Dijkhuizen is dat de vervuiling en verstoring per kilogram product het laagst is bij een hoogintensieve productie. Hij herhaalt daarmee wat gepensioneerd hoogleraar Rudy Rabbinge al zijn hele wetenschappelijke leven heeft uitgedragen. Ook hij wilde altijd intensief produceren.

Hoogintensief produceren is dan misschien wel schoon als je naar de vervuiling per kilo kijkt, maar dat wil nog niet zeggen dat de vervuiling per hectare ook het laagst is. En het levert vast ook geen aantrekkelijk landschap op. Misschien is de stank per kilo karbonade, en ook de mest per kilo karbonade, wel het laagst in Boekel. Dat is volgens het CBS de gemeente met de hoogste varkensdichtheid.

De stelling van Dijkhuizen zou opgaan als Boekel geen andere functies had dan het produceren van varkens. Dit is echter niet het geval. In Boekel wonen mensen, behoorlijk veel zelfs, er zitten recreatieondernemers en recreanten, er zit grondwater onder de grond en er is aardig wat natuur. Het moet er dus niet te hard stinken, het landschap moet een beetje aardig zijn, niet te veel lawaai, het grondwater moet aan de norm voldoen, en de natuur moet er beschermd worden. Zeker in gebieden met op wereldschaal hoge inkomens, zoals in het Nederlandse Boekel, zijn al die aspecten belangrijk. Misschien wel belangrijker dan karbonade. En wat ze in Boekel niet willen, dat willen ze ook niet in Duitsland, en zelfs in China al niet meer.

In die omstandigheden blijft er van de voorkeur voor intensief produceren weinig over en moet naar evenwicht worden gezocht tussen alle functies. Dat is een stuk ingewikkelder dan de technische laboratoriumproefjes van de genoemde Wageningse collega’s. Daar heb je economen, sociologen en geografen voor nodig. Je komt dan niet uit bij superintensieve productie, maar bij een middenweg, ongeveer zoals het nu is. In Boekel moet de intensiteit misschien wel onderuit.

Overigens, het is goed om te weten dat onder specifieke omstandigheden intensieve productie beter is dan extensieve. Ook is het goed om te weten dat extensieve landbouw doorgaans een mooier landschap oplevert, en soms ook een smakelijker product. Prima dat ze dat allemaal uitzoeken in Wageningen. Maar dat wil nog niet zeggen dat je die kennis maar zo in de echte wereld kunt toepassen. In de echte wereld moet je afwegen. Rare jongens, die techneuten.

Een overzicht van de prijzen voor vleesvarkens vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin