Stimuleringsregeling vaste mest geldt niet voor alle mestsoorten

Het gebruik van organische-stofrijke meststoffen (OS-rijke meststoffen) moet door de stimuleringsregeling aantrekkelijker worden. Het ministerie wil het gebruik van deze meststoffen stimuleren om het organische-stofgehalte in de bodem te verhogen en daarmee de structuur, de bewerkbaarheid en het vochtvasthoudend vermogen te verbeteren.

Met terugwerkende kracht – per 1 januari van dit jaar – hoeft bij gebruik van strorijke vaste mest en champost maar 75% van het fosfaat in de meststof meegerekend te worden in de mestboekhouding. Als een boer 40 kilo fosfaat per hectare uitrijdt in de vorm van strorijke vaste rundveemest, telt dit voor 75% x 40 = 30 kilo fosfaat per hectare mee in de gebruiksnorm.

Bij gft- of groencompost is het nog aantrekkelijker gemaakt: daarvan telt slechts 25% van de uitgereden hoeveelheid fosfaat mee voor de gebruiksnorm. Simpel gezegd kan dus vier keer zoveel fosfaat via deze meststoffen worden aangevoerd dan meetelt voor de fosfaatgebruiksnorm.

Voorwaarde is wel dat er per hectare minimaal 20 kilo fosfaat van een organische-stofrijke meststof wordt gebruikt, omdat het anders te weinig effect heeft op de bodem.

Niet alle meststoffen

De regeling geldt echter niet voor alle organische-stofrijke meststoffen. Producten van mestverwerking – zoals de dikke fractie – komen nog niet in aanmerking voor de stimuleringsregeling, omdat er van deze mestsoorten nog geen duidelijke kwaliteitscriteria zijn.

Ook bokashi, gefermenteerd organisch materiaal dat sommige boeren op het erf maken van mindere kwaliteit gras, is nog niet aangemerkt als OS-rijke meststof voor de stimuleringsregeling. Landbouwminister Piet Adema sluit overigens niet uit dat er op een later moment nog nieuwe meststoffen aan de stimuleringsregeling worden toegevoegd. Daarvoor moeten de meststoffen wel worden getoetst, waarbij bewezen moet zijn dat ze bijdragen aan het verbeteren van de bodem.

Geen strorijke mest van gangbare varkens

De stimuleringsregeling geldt voor strorijke mest van rundvee, schapen, geiten, paarden en biologische varkens. Strorijke mest van gangbaar gehouden varkens sluit LNV uit, omdat het stikstofgehalte in strorijke varkensmest relatief hoog is. Omdat op biologische bedrijven geen kunstmest gebruikt mag worden, is er een lager risico op nitraatuitspoeling dan bij gebruik van strorijke varkensmest in de gangbare landbouw.

Met de wetswijziging vervalt de fosfaatvrije voet, waarbij 50% van het fosfaat in compost niet meetelde tot een maximum van 3,5 kilo fosfaat per ton drogestof.