Stapsgewijs naar dierwaardige veehouderij in 2040, convenant getekend
Boeren, ketenpartijen en de overheid hebben afspraken gemaakt over de route naar een dierwaardige veehouderij in 2040. Die zijn nu vastgelegd in een convenant.
Na jaren onderhandelen hebben de Nederlandse veehouderijsectoren, de Dierenbescherming, ketenpartijen en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur een handtekening gezet onder het Convenant Dierwaardige Veehouderij. “De ogen zijn gericht op de NAVO-top, maar hier is ook sprake van een historisch moment. Nooit eerder tekenden zoveel ketenpartijen een convenant om tot een hoger dierenwelzijn te komen”, sprak voorzitter Elbert Roest van het convenant.
Stapsgewijs naar 2040
In het convenant worden afspraken gemaakt om stapsgewijs naar een dierwaardige veehouderij toe te werken in 2040. Een onafhankelijke Autoriteit Dierwaardige Veehouderij gaat de transitie naar de hogere dierenwelzijnseisen bewaken. Die moet ervoor zorgen dat de veehouderij de dierenwelzijnsstappen ook echt kan maken, inclusief een verdienmodel voor de boer en ruimte binnen vergunningen om stallen aan te kunnen passen. In 2028, 2033 en 2038 zal de Autoriteit kijken of de volgende stap met hogere dierenwelzijnsafspraken genomen kan worden.
Verdienmodel en ketenverantwoordelijkheid
De aanpassingen voor een hoger dierenwelzijn leiden tot hogere productiekosten. Daarom zijn in het convenant ook afspraken gemaakt met verwerkers, supermarkten en andere marktpartijen. “Producten moeten worden afgenomen voor een eerlijke prijs, zodat boeren ook bij hogere kosten een redelijk inkomen kunnen verdienen”, legt het ministerie uit. De komende jaren trekt het kabinet €51 miljoen uit voor onderzoek en praktijkproeven om kennis te vergaren over dierwaardigheid.
Sectorpartijen zijn positief over het convenant, met name omdat het zo breed gedragen is. Afnemers en ketenorganisaties moeten er mede voor zorgen dat de boer de investeringen kan terugverdienen – niet alleen in Nederland, maar ook op de internationale markt. “Daar zijn de ketenpartijen ook goed in, dus ik heb er alle vertrouwen in”, zegt LTO-voorzitter Ger Koopmans.
“Voor nu zijn we tevreden, maar we weten ook dat het werk nog gedaan moet worden”, zegt POV-voorzitter Linda Verriet.
Breed gedragen, met enkele uitzonderingen
Namens de veehouderij tekenden LTO Nederland, NAJK, varkenshoudersorganisatie POV, pluimveeorganisaties LTO Pluimveehouderij, COBK en Anevei, en melkveehoudersorganisaties DDB, NMV en Caring Farmers het convenant. Ook zuivel-, vlees- en supermarktorganisaties NZO, ZuivelNL, COV, CBL en FNLI ondertekenden het convenant. De Nederlandse Pluimveevakbond NVP ondertekende het convenant niet. Zij stapte in 2023 al uit de overleggen en heeft er ook nu onvoldoende vertrouwen in. De kalversector ondertekende het eveneens nog niet; LTO-voorman Teus Kreuger verwacht dit op termijn nog wel te kunnen doen.
‘Los van welke politieke wind waait’
Femke Wiersma erkent dat ze als demissionair minister de bal vooruit had kunnen schoppen. “Maar het is zo’n intensief traject geweest en bestuurders hebben echt hun nek uitgestoken om tot een akkoord te komen. Ze krijgen daarbij van hun achterban niet alleen applaus. Ik ben er trots op dat het toch gelukt is om het convenant te sluiten. Er ligt een stevig pakket aan maatregelen en we moeten het met elkaar doen.”
Veel dierenwelzijnsonderwerpen zijn door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Of de Kamer dat ook met dit onderwerp zal doen, zal nog blijken. Wiersma zou dat zeer onverstandig vinden, gezien het brede draagvlak voor het convenant.
Ook de ondertekenaars zien het convenant als richtinggevend, ongeacht politieke verschuivingen. “Dit convenant ligt er voor de komende vijftien jaar, los van welke politieke wind er ook waait”, zegt Ellen Bien, directeur van de Dierenbescherming.
Aansluiting op wetgeving
Het convenant sluit nauw aan bij de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die demissionair landbouwminister Femke Wiersma ter internetconsultatie heeft voorgelegd. De AMvB op de Wet dieren is de reparatieroute van het veelbesproken aangenomen amendement van de Partij voor de Dieren. Daarmee werd wettelijk vastgelegd dat dieren niet meer aangepast mogen worden aan de veehouderijsystemen, maar dat de systemen zodanig moeten worden aangepast dat dieren hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Vanwege het ontbreken van concrete normen werd de wet als onuitvoerbaar bestempeld.
Vorig jaar stemden beide Kamers in met het voorstel om te werken naar een dierwaardige veehouderij in 2040, waarbij met de sector afspraken zouden worden gemaakt over de te nemen maatregelen, die vervolgens wettelijk zouden worden vastgelegd via AMvB’s.
Wettelijke eisen per sector
In de AMvB’s is per sector vastgelegd aan welke wettelijke eisen de melkvee-, kalver-, varkens- en pluimveehouderij per wanneer moet voldoen. De hogere welzijnseisen gelden per 2030, 2035 en 2040. De internetconsultatie duurt zes weken. Na de zomer zullen de voorstellen aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
Reacties
Je moet een account hebben om te reageren
Voordelen van een account:
Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.
Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.
Allemaal bovenwettelijke eisen, die alleen in Nederland ingaan! En onze belangenbehartigers zijn er nog blij mee ook. Voor wie denkt dat de retail dit gaat compenseren…..wordt wakker! De linkse maffia regeert!!!
Nog groter verschil met de rest van de wereld en oneerlijke concurrentie met de handels verdragen. Nu kan wel de pvd opgeheven worden, das een pluspunt.