Edwin Elshof uit Marum (Fr.) had dit jaar vegetariër Lotte de Vries (l.) op stage. Momenteel is Nynke Otter (r.) er, zij werkt ook mee in een slagerij. - Foto: Mark Pasveer BoerenlevenAchtergrond

Stagelopers en stagebieders leren veel van elkaar

Op stage gaan is een verplicht onderdeel van een opleiding. Leerlingen leren de praktijk kennen en stagebieders doen nieuwe ideeën op.

Op stage gaan is een onderdeel van een opleiding. Leerlingen leren de praktijk kennen en stagebieders doen nieuwe ideeën op. In een reeks artikelen komen stagelopers en stagebieders aan het woord.

Voor veel studenten is stage lopen het mooiste onderdeel van hun studie. Eindelijk even weg bij de theorie, eindelijk bezig met het echte werk, zij het dan ook onder begeleiding van docent en stagebedrijf. Jaarlijks gaan duizenden leerlingen uit het groene onderwijs voor kortere of langere tijd op stage. Het belang ervan is groot, zo onderschrijven scholen. Door hetgeen studenten op school geleerd hebben in de praktijk te brengen, doen ze vaardigheden op en ontdekken ze of het uiteindelijke werk ook echt bij hen past. Maar er is meer. “De stage haalt studenten uit hun comfortzone”, zegt Martin Duijkers, hoofd praktijkleren bij Aeres Hogeschool in Dronten. “Je kunt je niet verschuilen achter de vriendengroepjes waar je anders altijd opdrachten mee uitvoert, je moet het bij een stage vooral zelf doen en daar leer je heel veel van.”

Verschillende stages

Een stage is niet per definitie een vaste periode van een halfjaar, veel hangt af van de studie. Universiteiten bouwen de stage veelal in aan het eind van de opleiding, vaak gaat het om een onderzoeksstage, universiteiten leiden immers op tot een wetenschappelijke carrière al gaan studenten na afloop lang niet altijd het onderzoek in.

Pier Gerbrandy koos tijdens zijn Has-studie voor een stage in Duitsland waar hij leerde volgens strikte protocollen te werken. - Foto: Mark Pasveer
Pier Gerbrandy koos tijdens zijn Has-studie voor een stage in Duitsland waar hij leerde volgens strikte protocollen te werken. – Foto: Mark Pasveer

Bij de hbo-studies starten leerlingen in het eerste jaar veelal met een korte stage op een primair bedrijf. Het doel hiervan is om een bepaalde basiskennis van de primaire landbouw te verkrijgen. Aan het eind van het tweede jaar volgt een verplichte buitenlandstage. Duijkers: “We stimuleren studenten om zover mogelijk weg te gaan. We kunnen het niet afdwingen, maar we hebben liever dat ze naar de oerwouden van Afrika gaan dan naar een Nederlands bedrijf in Canada waar ook Nederlands wordt gesproken. Het is veel leerzamer om ook eens andere culturen op te snuiven.”

Tot slot is er in het vierde en laatste jaar een uitgebreide bedrijfsstage van een halfjaar. Vaak koppelen studenten hier hun afstudeeropdracht aan. En wie na eerdere stages al een dusdanige band met een bedrijf heeft dat er een dienstverband lonkt, kan bij Aeres gebruikmaken van een zogenaamd duaal afstudeertraject. Hierbij is het gehele vierde studiejaar te besteden aan een soort werkstage op het betreffende bedrijf.

Stages vormen dus een belangrijk onderdeel van landbouw gerelateerde hogeschoolstudies. Op dit moment werkt Aeres er zelfs aan om ook in het derde leerjaar een stage op te nemen, vooralsnog zal dit alleen het geval zijn bij de bedrijfskundige opleidingen.

Beroeps Praktijk Vorming

In het mbo zijn eveneens veel stages ingebouwd al heet een stage hier officieel Beroeps Praktijk Vorming, kortweg BPV. Bij de BBL-opleidingen, dat staat voor Beroeps Begeleidende Leerweg, is eigenlijk geen sprake van stage maar van werkend leren: vier dagen in de week werken, een dag in de week naar school. Bij de BOL-opleidingen is dit precies andersom, hier is wel echt sprake van een stage en niet van werken.

Gerrit Holmer uit Laren (Gld.) wil stagiaires graag wat leren over fokkerij en klauwbekappen. - Foto: Ronald Hissink
Gerrit Holmer uit Laren (Gld.) wil stagiaires graag wat leren over fokkerij en klauwbekappen. – Foto: Ronald Hissink

Het onderscheid tussen stage en werk lijkt vaag, maar is dat niet. Een stagiair is namelijk geen werknemer, is niet in dienst, heeft geen arbeidsovereenkomst en verdient ook geen salaris. Een stage is puur gericht op leren, daar kan een financiële vergoeding bij horen, maar het is geen must en in plaats van een arbeidsovereenkomst is er een stageovereenkomst, ook wel een praktijkovereenkomst genoemd.

Op zoek naar een match

Of ze nou studeren aan een universiteit, het hbo of het (v)mbo, leerlingen moeten zelf een stageadres zoeken. Duijkers: “We leren onze studenten om zelf leerdoelen te formuleren. Wat zou jij willen leren en waar zou dat kunnen? Vervolgens gaan ze op zoek naar een bedrijf dat daarbij past. Voor wat betreft de buitenlandstages hebben we over de hele wereld een netwerk, zo hebben we contacten met andere hogescholen die ons helpen om stagebedrijven te vinden.”

In het vmbo en mbo werkt het iets anders. Daar moeten leerlingen weliswaar ook leerdoelen opstellen en zelf op zoek naar een adres, maar hun stagebedrijven moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ze moeten een erkend leerbedrijf zijn, anders is de stage niet geldig.

Als Brecht Osinga het ouderlijk bedrijf niet kan overnemen, is haar stageland Zweden misschien interesant. - Foto: Anne van der Woude
Als Brecht Osinga het ouderlijk bedrijf niet kan overnemen, is haar stageland Zweden misschien interesant. – Foto: Anne van der Woude

Die erkenning wordt sinds 2015 geregeld door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, kortweg SBB. Die beoordeelt stagebedrijven op veiligheid, motivatie en geschiktheid. Hiervoor zijn in heel Nederland en voor alle sectoren 450 adviseurs beschikbaar die onder meer nagaan of een bedrijf werkzaamheden kan aanbieden die aansluiten op hetgeen de studenten volgens hun opleiding in de praktijk moeten leren. Ook wordt gekeken of de student kan rekenen op deskundige begeleiding door een praktijkopleider en of het bedrijf een veilige leeromgeving kan bieden, ook op sociaal gebied. Als de bedrijven voldoen, krijgen ze een erkenning die vier jaar geldig is en daarna voor steeds een periode van wederom vier jaar verlengd kan worden. En omdat een boer meestal geen leraar is, biedt de SBB ook ondersteuning aan bij het stage aanbieden.

Dat er voor het beroepsonderwijs eisen gesteld worden aan stagebedrijven is niet geheel nieuw. Vlak na de Tweede Wereldoorlog gold dit al voor de ambachtsscholen en het leerlingstelsel, de voorlopers van het mbo. Toen in 1995 de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) werd ingevoerd, werd ook wettelijk vastgelegd waar zowel de scholen als de stages aan moesten voldoen. Het is beslist geen vakantie, er moet echt wat geleerd worden.

Wisselwerking

Dat studenten veel kunnen leren tijdens hun stage, is evident. Maar omgekeerd, wat hebben stagebedrijven er zelf aan? Waarom zouden zij tijd en geld steken in een student? “Veel bedrijven geven aan dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen”, zegt Jan-Willem Mans van SBB. “Daarnaast vinden ze het vaak leuk en nuttig om iemand met een frisse blik op de bedrijfsvoering binnen te halen. En, zeker niet onbelangrijk, ze zien het als een ideale manier om aan nieuwe medewerkers te komen. Zeker ook in de primaire landbouw waar in sommige sectoren moeilijk aan goed personeel is te komen.”

Student Marc Lensink uit Laren (Gld.) stak veel op over fokkerij, iets waar ze thuis veel minder mee bezig zijn. - Foto: Ronald Hissink
Student Marc Lensink uit Laren (Gld.) stak veel op over fokkerij, iets waar ze thuis veel minder mee bezig zijn. – Foto: Ronald Hissink

Mans wil echter niet roomser zijn dan de Paus, erkend leerbedrijf zijn kan ook financieel iets opleveren. “Een stagiair verricht immers werk en je kunt er via de subsidieregeling praktijkonderwijsleren een bijdrage voor ontvangen. “Maar als dat je enige drijfveer is, dan val je snel door de mand. Om erkend leerbedrijf te worden, verlangen we ook echt wat van je, je moet wel tijd en energie in de stagiair steken. Een stage bieden, is niet vrijblijvend.”

Op een primair bedrijf is de boer of boerin vaak zelf de praktijkopleider, in het bedrijfsleven zijn er meestal mensen in dienst die het begeleiden van studenten op zich nemen. De student zal echter ook zelf het nodige initiatief moeten tonen. Duijkers: “Hij of zij moet zelf aangeven wat het doel is van de stage en zelf in de gaten houden of dat doel gehaald wordt. Natuurlijk houden wij als school op de achtergrond wel een vinger aan de pols.”

Corona

En dan is er nog de coronacrisis. In december 2019 leek Covid-19 nog vooral een Chinees probleem, in februari 2020 dook de eerste besmetting op in Nederland, een maand later volgden beperkende maatregelen om verspreiding te voorkomen. De beperkingen hadden – en hebben nog steeds – een enorm effect op de stages van agrarische studenten. In het binnenland werd het vooral lastiger. Stages in het buitenland stonden volledig op de tocht. Na het versoepelen van de reis- en gedragsregels afgelopen zomer en herfst, zijn de teugels inmiddels weer aangetrokken en lijkt de situatie terug bij af.

André van den Oudenrijn uit Ooltgensplaat (Zld.) steekt vaak iets op van stagiaires van buiten zijn vakgebied. - Foto: Peter Roek
André van den Oudenrijn uit Ooltgensplaat (Zld.) steekt vaak iets op van stagiaires van buiten zijn vakgebied. – Foto: Peter Roek

Duijkers: “Het is een heel lastig probleem. We hebben een coronacrisisteam dat de situatie volgt en dat ook overlegt met de andere hogescholen. Samen bekijken we wat de mogelijkheden nog zijn. We houden ons natuurlijk aan de regels, er wordt bijvoorbeeld niet gereisd naar oranje of rode gebieden. Geel kan wel al is de situatie erg onzeker of de status op het moment van vertrek nog steeds geel is.”

Binnenlandse stages kunnen vaak wel min of meer gewoon doorgaan, op veel primaire landbouwbedrijven zijn studenten nog steeds welkom, het werk gaat er immers gewoon door. Hier kunnen de stages ook coronaproof worden uitgevoerd, zaken als afstand houden zijn er zelden een probleem. Studenten van hogescholen worden aangespoord om zelf een alternatieve stage op poten te zetten voor het geval hun reis naar het buitenland niet door kan gaan. Die alternatieve stage moet dan plaatsvinden bij een bedrijf dat internationaal opereert zodat er toch een snufje buitenland bij zit.

Het mag dan door corona allemaal lastiger worden om te organiseren, scholen en leerlingen zetten alles op alles om de stages op de een of andere manier door te laten gaan. Duijkers: “Want de stage kan de meest waardevolle en meest leerzame periode van de hele studie zijn.”

Beheer
WP Admin