Rechtbank oordeelde dat de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) acht burgers niet voldoende beschermd heeft tegen stankoverlast van veehouderijen, doordat de landelijke overheid te ruime wettelijke normen had opgesteld. - Foto: Mark Pasveer AlgemeenNieuws

Staat overweegt hoger beroep in stankzaak rondom Wet geurhinder en veehouderij

Rechtbank oordeelde dat de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) acht burgers onvoldoende beschermd heeft tegen stankoverlast van veehouderijen.

De Nederlandse Staat overweegt om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank in Den Haag die oordeelde dat de Staat schadevergoeding moet betalen aan acht mensen die in de buurt van veehouderijbedrijven wonen. Dat zegt premier Mark Rutte tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in reactie op vragen van de Partij voor de Dieren (PvdD). Inhoudelijk wil hij verder niet ingaan op de uitspraak, omdat de zaak rondom de Wet geurhinder en veehouderij nog onder de rechter is en omdat de staat partij is bij de zaak.

Lees ook Rechter: omwonenden onvoldoende beschermd door geurwet

Burgers onvoldoende beschermd tegen stankoverlast

De rechtbank oordeelde recent dat de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) acht burgers niet voldoende beschermd heeft tegen stankoverlast van veehouderijen, doordat de landelijke overheid te ruime wettelijke normen had opgesteld. Daarmee handelt de overheid volgens de rechter in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Nederlandse Staat zal de mensen schadevergoeding moeten betalen. De hoogte hiervan moet in een aparte procedure later bepaald worden.

Volgens PvdD is deze uitspraak een duidelijk voorbeeld van de huidige problematiek. Volgens Ouwehand zijn zo’n twintig jaar geleden de wetten zodanig opgerekt in het belang van de agrosector, dat er nu grote problemen zijn. Ze ziet daarbij overeenkomsten met de stikstofproblematiek die is ontstaan.

Beheer
WP Admin