Ruim 26.000 kalveren minder geïmporteerd

De import van nuchtere kalveren bleef het eerste halfjaar ver achter bij dezelfde periode in 2015. In totaal werden 378.921 kalveren ingevoerd, 6,6% minder dan een jaar eerder.

Vooral vanuit België/Luxemburg en Ierland zijn veel minder kalveren gekomen. De invoer uit België en Luxemburg blijft met 25.050 dieren bijna 40% achter. De Ierse melkveehouderij zag haar uitvoer naar Nederland met 36,5% terug lopen naar 26.137 kalveren. En dat terwijl de Ierse melkveehouderij, net als de Nederlandse en Duitse, een flinke groeispurt heeft doorgemaakt. Reden voor de Ieren om in eigen land te zoeken naar afzetmogelijkheden voor de kalveren.

Belgische BVD- en IBR-bestrijding

De Ierse melkveehouderij heeft niet alleen met verminderde afzet naar Nederland te maken. Door het Belgische BVD- en IBR-bestrijdingsprogramma mogen geen runderen meer ingevoerd worden die niet getest en ziektevrij zijn. Daarom overwegen de Ieren een eigen bestrijdingsprogramma op te zetten.

Duitse melkveehouderij exporteerde meer naar Nederland

De Duitse melkveehouderij is de enige herkomstmarkt die een plus in de uitvoer naar Nederland zag. Met 267.108 kalveren zijn 16.700 kalveren meer vervoerd, dat is een stijging van 6,7%.

Oost-Europa

De dalende lijn van de afgelopen jaren voor Oost-Europese kalveren zet onverminderd door. Polen is met 9.494 kalveren voor het eerst onder de 10.000 kalveren gezakt. Litouwen zag de uitvoer bijna halveren tot 8.591 kalveren en Tsjechië kon er niet meer dan 7.050 aan de Nederlandse markt kwijt. Alleen vanuit Letland is met 14.295 uitgevoerde kalveren een stijging van 2.338 dieren gerealiseerd.