Partner
Foto: Elanco PluimveePartner

Roteren niet nodig bij anticoxschema Maxiban en Monteban

Waarom kunnen vleeskuikenhouders beter vasthouden aan een anti-coccidioseschema met Maxiban en Monteban?

Veel vleeskuikenhouders denken dat het regelmatig veranderen van het coccidioseprogramma belangrijk is omwille van de kostprijs of vanwege een vermoeden van verminderde werking van de huidige coccidiostatica. Sommige pluimveehouders denken zelfs dat roteren leidt tot betere technische resultaten. In werkelijkheid is dat zeker niet altijd het geval en kan het zelfs nadelig uitpakken.

Philippe Gelaude, technisch consultant pluimvee bij Elanco, vertelt waarom vleeskuikenhouders beter kunnen vasthouden aan een anti-coccidioseschema met Maxiban en Monteban.

Gevolgen van coccidiose

Coccidiose is een groot probleem in de pluimveehouderij. De gevolgen van coccidiose in de vorm van economische schade variëren op basis van de soort en mate van infectie van bedrijf tot bedrijf. Een lichte coccidiose-infectie kost gemiddeld ongeveer vijf punten voederconversie. Dit kan bij een ernstige infectie al snel oplopen naar een verlies van vijftien punten.

“De Eimeria-parasiet, die coccidiose veroorzaakt, is alom aanwezig. Hierdoor kan het zijn dat je in enkele ronden geen grote problemen ondervindt, zolang jouw preventieve aanpak sluitend is. Deze parasiet kan namelijk in zeer korte tijd van één naar honderdduizenden nakomelingen evolueren. Voor je het weet, loopt het uit de hand en kan het voorkomen dat er ondanks een goede reiniging tussen ronden een hoge coccidiosedruk is”, schetst Gelaude.

Impact op nutriëntopname

Het probleem gaat volgens Gelaude veel verder dan alleen de infectie. “Coccidiose is ook de belangrijkste trigger als het gaat om problemen met darmgezondheid. Het beïnvloedt de nutriëntopname, darmschade leidt tot een verminderde vertering en dus minder opname van nutriënten. Daarnaast zal een deel van deze nutriënten opgebruikt worden voor weefselherstel en blijft er minder over voor groei. Bovendien zet het de deur open voor clostridium-overgroei die bacteriële enteritis veroorzaakt. Drukken we het in financiën uit dan komen we gemiddeld op een verlies van 10 cent per kuiken. Met de hoge voerprijzen en de huidige marges kan een vleeskuikenhouder zich dat niet permitteren.”

Coccidiosepreventie is veel meer dan alleen coccidiostatica

Gelaude benadrukt dat darmgezondheid één van de belangrijkste bouwstenen is als het gaat om dierenwelzijn. “Zijn de darmen gezond, dan heb je ook minder last van nat strooisel, wat bijvoorbeeld weer voetzoollaesies voorkomt.”

Belang van preventie coccidiose

Door de ervaring in diervoederadditieven weten de deskundigen bij Elanco haarfijn uit te leggen wat de impact van coccidiostatica is op schadelijke parasieten. “Toch benadrukken we ook met name de waarde van de aanpak buiten het dier. Het belang van het management van de pluimveehouder is enorm belangrijk. Klimaat in de stal, goede reiniging en ontsmetting, inmenging van tarwe. Het zijn allemaal factoren die meespelen. Coccidiosepreventie is veel meer dan alleen coccidiostatica.”

Zicht op variabelen

Met Health Tracking System (HTSi) heeft Elanco een goed hulpmiddel ontwikkeld om diepere inzichten in de darmgezondheid bij vleeskuikens te geven. Al meer dan 25 jaar wordt dit gevolgd en sinds 2012 wordt er een database voor Nederland en België bijgehouden. Dit resulteert in een scherp inzicht in variabelen die impact hebben op de darmgezondheid.

HTSi is bij uitstek geschikt om de effectiviteit van managementmaatregelen en de ‘return on investment’ van verschillende anti-coccidioseprogramma’s te evalueren. “Hoe verloopt zo’n cyclus? Zijn er patronen waarbij het anticoxprogramma moet worden aangepast? Voor verschillende concepten is dit relevant, maar ook zeker voor reguliere vleeskuikens. Zo weten we dat door onbeschermd voer de coccidiosedruk toeneemt.”

Met Health Tracking System (HTSi) heeft Elanco een goed hulpmiddel ontwikkeld om diepere inzichten in de darmgezondheid bij vleeskuikens te geven. Al meer dan 25 jaar wordt dit gevolgd en sinds 2012 wordt er een database voor Nederland en België bijgehouden. - Foto: Elanco
Met Health Tracking System (HTSi) heeft Elanco een goed hulpmiddel ontwikkeld om diepere inzichten in de darmgezondheid bij vleeskuikens te geven. Al meer dan 25 jaar wordt dit gevolgd en sinds 2012 wordt er een database voor Nederland en België bijgehouden. – Foto: Elanco

Meerdere factoren

Als het gaat om preventie en bestrijding van coccidiose, zijn alle periodes in een ronde kritisch. Men moet dus heel de ronde aandacht hebben voor preventie. Een goede hygiëne is alvast het beginpunt. Hoe lager het aantal oöcysten bij de start, des te lager de besmettingsdruk tijdens de ronde. Een gladde en dichte ondergrond voorkomt dat de coccidiën zich gaan nestelen in naden en kieren, waardoor er beter gereinigd kan worden.

Naast darmgezondheid is een goed klimaat een essentiële factor. Hoe droger het strooisel door een goede ventilatie is, hoe beter men de ontwikkeling van coccidiose buiten het dier onder controle kan houden. Ook vaccinatie tegen kiemen die de weerstand van het dier ondermijnen draagt bij tot coccidiosepreventie. Een lage weerstand betekent dat de parasitaire infectie makkelijker kan toeslaan en dat er moeilijker weerstand opgebouwd wordt tegen coccidiose.

“Belangrijk is om aan deze zaken goed aandacht te besteden. De gevolgen merkt een vleeskuikenhouder namelijk niet alleen aan het einde van de ronde, maar het kan ook een hoge druk aan het begin van de volgende ronde veroorzaken.”

Laat je leiden door data

Met welke redenen besluiten vleeskuikenhouders om te veranderen van coccidioseprogramma? Gelaude maakt onderscheid tussen gevoelsmatige en steekhoudende argumenten. “Gedacht wordt vaak dat door roteren van product x naar y de technische resultaten verbeteren. Uit de data uit onze HTSi-sessies blijkt het tegenovergestelde. Zo blijkt dat roteren naar een niet Maxiban/ Monteban-programma met het oog op voederconversie geen verbetering gaf. Een stabiel coccidioseprogramma, gebaseerd op Maxiban/Monteban gaf betere resultaten met betrekking tot voederconversie, intestinale integriteit en coccidioseletsels dan een rotatieprogramma.”

Shuffelen of roteren

Bij het veranderen van het anticoxprogramma zijn er twee mogelijkheden. Shuffelen is vaak een onbewuste overstap op een ander coccidiostaticum tijdens de ronde. Roteren gaat over de rondes heen waarbij bijvoorbeeld een ionofoor wordt ingewisseld voor een chemische oplossing of andere preventieve strategie. “Uit alle data die we met HTSi hebben verzameld, in verschillende Europese landen met vleeskuikens met dezelfde genetica, blijkt roteren geen enkel positief effect op de technische resultaten te hebben. Dieren liegen niet. Dat toont aan dat perceptie niet altijd de realiteit is.”

Vrees voor resistentie

Een andere motivatie om van anticoxprogramma te veranderen is de vrees voor resistentie. “Dit is vaak ook een gevoel. Het is van belang dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen chemische en ionofore coccidiostatica, de verschillen zijn namelijk enorm. Bij chemische coccidiostatica gaat er inderdaad snel resistentie optreden door de hoge selectiedruk en hun relatief simpel werkingsmechanisme. Bij een relatief eenvoudige mutatie is het mogelijk dat er al resistentie optreedt. De vrees voor resistentieopbouw bij chemische coccidiostatica is dan ook terecht en dus ook de reden waarom dit niet meerdere opeenvolgende rondes wordt ingezet.”

Roteren heeft bij ionoforen geen zin

Bij ionofore coccidiostatica is dit volgens Gelaude een heel ander verhaal. “Ionoforen hebben een lagere selectiedruk en zijn complexer qua werking. Ionofore coccidiostatica gaan zich inbouwen in de celwand van de parasiet, waardoor veel meer natrium de parasiet instroomt dan verwijderd wordt door de parasiet. Hierdoor gaan watermoleculen de parasiet instromen via osmose, waardoor deze gaat zwellen en uiteindelijk uiteenbarsten. Wil de parasiet zich beschermen, dan moet hij de volledige celwandstructuur gaan aanpassen, wat heel complex is en daarenboven niet in zijn voordeel is voor zijn overleving.”

Het roteren tussen ionoforen uit vrees voor resistentie heeft dus geen zin

“Dit is dan ook de reden waarom ionoforen al meer dan veertig jaar worden gebruikt zonder in te boeten op werkingskracht in het veld. Het roteren tussen ionoforen uit vrees voor resistentie heeft dus geen zin omdat dit in het veld vrijwel niet tot uiting komt en anderzijds omdat zowel monensin als salinomycine en narasin op dezelfde manier werken.”

Uiteraard is nog wel van belang dat er ook voldoende aandacht wordt besteed aan zaken als management en klimaat om de druk in het koppel onder controle te houden. “Dat bepaalt uiteindelijk ook het succes van een bestrijding.”

Kostprijs anticoxprogramma

Een derde mogelijk argument om te switchen van anticoxprogramma is de kostprijs. “Hiervoor geldt eigenlijk dat goedkoop uiteindelijk duurkoop is. Leg de focus vooral op de potentie van het coccidiostaticum in het bestrijden van coccidiose en kijk naar hoe het dier op de behandeling reageert. Bepaal wat het meest optimaal is voor de darmgezondheid en het dier. Zo heeft monensin en salinomycine een negatief effect op voederopname, terwijl je dit niet hebt bij narasin.”

Zorg voor een stabiele situatie

“Opgeteld houdt roteren risico’s in en vooral wanneer men wegroteert van een superieur programma. Het zorgt voor een instabiele situatie, waarbij er minder controle is over de coccidiose, met het risico dat je een volgende ronde met een hogere coxdruk begint. Het heeft een impact op de technische resultaten, die je in tijden van beperkte marges niet wenst te pakken.”

Een switch tussen een gepotentieerd ionofoor zoals Maxiban (Narasin + Nicarbazine) naar een ionofoor tijdens de productieronde kan in principe zonder problemen. “Al is mijn advies wel om de cox-piek op basis van de historische gegevens af te wachten en de meest kritische periode te overbruggen met een gepotentieerd ionofoor alvorens over te schakelen naar een enkelvoudig ionofoor.”

Onderzoek: ‘goedkoop is duurkoop’

De stelling ‘goedkoop is duurkoop’ van Gelaude wordt kracht bijgezet door de uitkomsten van een onderzoek in Spanje. Daar is de bescherming met Monteban van Elanco vergeleken met een ander anticoxproduct. Monteban bevat de ionofoor narasin en is naast een product met de ionofoor salinomycine gelegd. “Hieruit blijkt dat de economische resultaten in het geval van Monteban een stuk gunstiger waren. Het product waarmee is vergeleken, had een beduidend lagere vleesopbrengst en liet een eetlustremmend effect zien. Uitgerekend liet Monteban per miljoen vleeskuikens € 72.000 meer vleeswaarde zien, minus de extra kosten was er een netto voordeel van € 59.500. Dat zijn volgens mij duidelijke cijfers.”

Bron: Elanco
Bron: Elanco

Maak een kostprijsberekening

De belangrijkste boodschap van Gelaude richting vleeskuikenhouders, die willen veranderen van anti-coccidioseprogramma, is vooral de reden van de switch goed voor ogen te hebben. “Schakel het gevoel uit en maak een keuze op basis van wetenschappelijk onderzoek en een kostprijsberekening. Vervolgens is het beste advies om te kiezen voor een performant product. Oftewel, stel de vraag: wat levert de beste prestatie en het hoogste rendement? Welke ionofoor brengt mij het verst naar darmgezondheid? Ik ben overtuigd dat Elanco met Monteban en Maxiban daar de juiste producten voor hebben.”

Meer informatie vind je op www.maxibantotuitladen.nl.

Beheer
WP Admin