Rooischijf steeds meer toegepast
Vorig jaar bewees het AP Lift-schijvenrooisysteem van Agri Poppe zich in de praktijk. Van het bijzondere rooisysteem draaien er nu meer dan twintig en ze worden steeds breder ingezet.
Al in 2021 begon Bennie Poppe met de ontwikkeling van een schijven-rooisysteem voor aardappelrooiers. In 2022 draaide de eerste machine en werd er patent aangevraagd. In het natte najaar van 2023 bewees het systeem op verschillende rooiers dat het doet waar het ook voor is bedoeld: onder natte omstandigheden beter invoeren en verhogen van de zeefcapaciteit van de machine. En er zijn bijkomende voordelen. Het schijvensysteem kan goed onkruid verwerken en de rug wordt niet ingedrukt, omdat diabolorollen ontbreken. De schijven vragen minder trekkracht. Vooral op getrokken verstekrooiers is dat een voordeel.
Boerderij zag de AP Lift aan het werk aan een vierrijige rooier. In dit geval in aardappelen in 1,80 meter brede bedden. De rooier die voor 3 meter is ontworpen, kan met de AP Lift probleemloos vier ruggen op 90 centimeter rooien.
Zeefcapaciteit
De AP Lift bestaat uit twee schijven met een diameter van een meter die met 10 centimeter overlap naar elkaar toe draaien en samen twee aardappelruggen op de rooimat werken. Bij een traditioneel beitelsysteem gaan de ruggen op stugge grond, min of meer als een broodje de rooimat op. Bij het AP Lift-systeem wordt de rug al op de schijven gebroken en komt over de volle breedte gespreid op de rooimat. Onder slechte omstandigheden neemt daardoor de zeefcapaciteit toe. Plus dat de aangedreven schijven vrijwel door dik en dun de ruggen zonder stropen de mat op werken. Ook dat vergroot de capaciteit en de inzetbaarheid van de machine. Breed gespreid op de rooimat brengen, kan ook een nadeel zijn: zeeft de grond erg goed, dan is het de kunst om grond in de machine te houden. Rijsnelheid en toeren op de zeefmat en de schijven kun je daar op aanpassen, maar onder ideale omstandigheden zal een traditionele beitel ook zijn voordeel kunnen hebben.
Simpel afstellen
De rooischijven overlappen elkaar en overlappen ook een deel van de rooimat waar ze ongeveer 3 centimeter boven staan. Hoewel er een klein gaatje tussen de rooimat en de schijven blijft. Zeeft de grond perfect, dan kan daar een aardappel door vallen. Het geheel is in stroppen en sleufgaten gemonteerd om netjes af te stellen. Ook de hoek van de schijven ten opzichte van de rooimat is in sleufgaten in detail verstelbaar. Eenmaal afgesteld, is dat een vrijwel vast gegeven en stelt de chauffeur alleen de werkdiepte in. Dat gebeurt elektronisch met tasters op de rug die de rooidiepte dicteren. Een systeem dat ook bij beitelrooiers heeft bewezen dat je daar nauwkeurig mee kunt werken. Controleren of de rooidiepte klopt, is niet anders dan bij een beitelsysteem, hoewel je met het AP Lift-systeem ook tijdens het rooien onder de rooischijf kunt kijken en zo ook snel zicht krijgt of er aardappelen in de grond blijven. Ook het toerental van de rooischijven is instelbaar. In de praktijk is dat tussen 70 en 100 omwentelingen per minuut. Iedere schijf heeft een eigen hydromotor. Per schijf is 40 liter olie per minuut nodig. Bij zelfrijders is de olieopbrengst van de loofklapper vaak voldoende om die voor de aandrijving van de rooischijven te gebruiken.
Perfectioneren
Het aantal rooiers dat dit jaar met een AP Lift-systeem is uitgerust, is al niet meer op twee handen te tellen en de bredere inzet brengt ook verbeterpunten naar voren. Dat gaat om verfijning van details. Onder sommige omstandigheden bleken de schijven niet altijd genoeg grip op de grond te hebben. Dat wordt verbeterd door enkele strippen op de schijven te lassen. Inmiddels zijn er verwisselbare meenemers leverbaar. Vaak zullen die onnodig zijn, maar wanneer noodzakelijk zijn die dan te monteren.
En er is gewerkt aan de verbetering van afdichting van de rooibek en geleiding van de productstroom. Bij zelfrijders lijkt het erop, afgemeten aan de benodigde druk die de aandrijving van de schijven nodig heeft, dat wanneer de olie van de loofklapper wordt gebruikt voor de aandrijving, er vaak nog genoeg druk ‘over’ is om die olie ook naar de loofklapper door te voeren. Bij een getrokken rooier volstaat vaak de hydrauliek van de trekker om de schijven aan te drijven.
In de aardappelen is de eerste min of meer exotische toepassing op een vierrijer in 1,80 meter beddenteelt, maar er is inmiddels ook ervaring opgedaan om met de schijven uien op te rapen. En ook dat blijkt te werken. Hoewel er dan wat meer losse grond op de mat komt, maar onder mooie omstandigheden zien sommige telers daar ook een voordeel in.
In alle machines in te bouwen
In principe is de AP Lift in alle rooiers in te bouwen. Zelfrijdend, getrokken, tweerijer of vierrijer. Bij de vierrijers in principe met wat kleinere schijven dan bij een tweerijer, vanwege de inbouwruimte. De schijvenlichter wordt als een unit ingebouwd op de manier waarop ook een set rooibeitels met diabolo’s wordt ingebouwd. Wat de prijs betreft, afhankelijk van welke vergelijking wordt gemaakt is de AP Lift niet per se duurder dan een traditionele rooibek. Zeker niet als die is uitgerust met diabolo’s en grote, hydraulisch aangedreven schijven. Ook het gewicht zal ongeveer overeenkomen. Ombouwen is twee dagen werk en achteraf, bijvoorbeeld voor andere teelten omwisselen voor een andere rooibek blijft altijd mogelijk.