Pootgoedexport binnen EU verrast met hoge cijfers
De Nederlandse pootaardappelexport naar EU-landen doet ondanks een gebrek aan pootgoed niet zo heel veel onder voor recordjaar 2022-’23. Dat valt op te maken uit de exportcijfers die de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) heeft gepubliceerd.
Tot en met mei is in de EU in totaal 434.130 ton Nederlands pootgoed afgeleverd. Dat is 5,8% minder dan in dezelfde periode vorig jaar, maar aanzienlijk meer dan in de jaren daarvoor. Grootste afnemer is België met 112.000 ton. De afzet naar onze zuiderburen is daarmee wel 6% kleiner dan vorig jaar.
Opvallend is dat de afzet naar Duitsland bijna 21.000 ton kleiner is dan een jaar geleden. Dat terwijl de aardappelteelt er uitbreidt (+4% naar 275.000 hectare) en dan met name in de regio’s die grenzen aan Nederland. Meer dan 60% van de aardappelen in Duitsland groeit in Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen.
Grootste groei naar Spanje en Italië
Hoewel de meeste lidstaten dit seizoen minder pootgoed hebben afgenomen, zijn er ook toch nog negen van de 26 bestemmingen die meer pootgoed hebben gekocht. De grootste groei is gerealiseerd in de afzet naar de vroege teeltgebieden in Spanje en Italië. Het hoge prijsniveau van vorig jaar zal daarin een belangrijke rol hebben gespeeld.
De Nederlandse handelshuizen zien hun afzet naar beide Zuid-Europese landen toenemen tot niveaus die we jaren niet hebben gezien. Zo ligt de export naar Spanje op het hoogste niveau sinds 2019-’20, terwijl de uitvoer naar Italië de grootste is van de afgelopen zeven jaar.
De afzet naar Portugal bevindt zich daarentegen in een dal. Minder dan 13.000 ton is daarheen gegaan. Dat is 15% minder dan in de voorgaande twee jaren toen er ook al sprake was van een daling in de afzet.
Een andere opvallende in deze lijst is Roemenië. De export naar dat land stijgt voor het eerst boven de 10.000 ton. Vergeleken met vorig jaar is sprake van een toename met 17%.