Opvolger Douwe Dijkstra: ‘Bij administratie denk ik wel eens: waar ben ik mee bezig?’
Opvolger Douwe Dijkstra vraagt zich af hoe hij de luizendruk onder controle houdt en de bodem niet uitput. Regelgeving zorgt voor extra uitdagingen.
Bedrijfsopvolger Douwe Dijkstra combineert zijn werk als teeltadviseur met het akkerbouwbedrijf van zijn vader en oom. Hij denkt na over verbeteringen, zoals het verkleinen van de luizendruk en het behouden van de bodemgezondheid. Ook ziet hij kansen in de huisverkoop, misschien zelfs een boerderijwinkel. Maar één ding blijft lastig: de administratie, die volgens hem weinig met de teelt zelf te maken heeft.
“Het loopt goed, maar hier en daar zijn nog wel verbeteringen mogelijk. Zo blijft virus in de pootaardappelen een uitdaging. De winters zijn niet echt streng meer en dat verhoogt de luizendruk. Luizen verspreiden virussen en door het krimpende middelenpakket is bestrijden lastig. We moeten dus nog beter selecteren om virusvrij pootgoed te produceren. Een andere uitdaging is de bodemgezondheid. Machines worden steeds groter en zwaarder. De goede omstandigheden om op het veld te werken, worden steeds schaarser want we vragen veel van de bodem. Verder worden we beperkt in het aanvoeren van mest. Om de grond niet uit te putten en de bodemgezondheid op peil te houden, is het misschien beter om de teeltrotatie te verruimen met meer verschillende gewassen; maar of dat uit kan, vraag ik me af. Wel blijft de bodem altijd de basis voor een goede teelt.”

“Mijn vader en oom hebben er echt wat moois van gemaakt hier. Ze namen een gemengd bedrijf over van mijn opa, maakten er een akkerbouwbedrijf van en namen er later tulpen bij. Daar zijn ze in 2015 mee gestopt omdat ze te klein waren. Daarvoor in de plaats groeiden ze met pootgoed. En zo is het bedrijf aldoor in ontwikkeling.”
‘Ploegen is rustig werk. Ik kan dan mooi nadenken over hoe we het volgend jaar gaan doen’
“Ploegen. Mooi rustig werk is dat. De gps stuurt en intussen kan ik nadenken over hoe we het volgend jaar zullen doen.”

“Bij de administratie denk ik wel eens: waar ben ik mee bezig? Die eco-regelingen bijvoorbeeld; het is dat je er geld voor krijgt, maar al die formulieren hebben niets met de teelt zelf te maken.”
“Investeer ik in een nieuwe bewaarschuur met ruimte om te sorteren. Nu hebben we daar twee gebouwen voor en rijd ik steeds heen en weer met de heftruck. Alles onder één dak zou veel tijd schelen.”
“Ga ik met vrienden een biertje drinken in de keet. En ik ben graag bezig met mijn hobby: veredelen. Momenteel doe ik dat in de tuin met tulpen. Ik ben op zoek naar nieuwe rassen. Als dat lukt, komt een droom uit.”

“Hoop ik dat de huisverkoop een serieuzere tak is. Misschien staat er dan wel een boerderijwinkel. Producten rechtstreeks verkopen aan de consument vind ik mooi. En als ik nog wat verder in de toekomst kijk, werken we misschien wel meer met robots. Er staat al een optische leesmachine en via de loonwerker doen we al aan spotsprayen. Maar de ontwikkelingen gaan snel. Ik zie het wel gebeuren dat er selectierobots in het veld rijden om zieke planten te zoeken. Dat zou mij weer werk schelen.”
DIT ARTIKEL IS ONDERDEEL VAN DE RUBRIEK 'DE OPVOLGER'. OOK MEEDOEN? MAIL JE NAAM, LEEFTIJD, SOORT BEDRIJF EN TELEFOONNUMMER NAAR MARGREET.WELINK@MISSET.COM.