‘Maak nultolerantie bespreekbaar’

Uden – Na de recente vondst van AOZ, een afbraakproduct van furazolidon, is de nultolerantie voor risicostoffen bij vleeskalveren ter discussie komen te staan.

De gevonden waardes in urine van vleeskalveren varieerden van 0,2 tot 5 microgram per kilo lichaamsgewicht (ppb). Omdat er een nultolerantie geldt, zijn zo’n 2.500 kalveren geruimd. Het vlees mag namelijk niet in de consumptieketen terechtkomen.

De nieuwe voorzitter van de LTO-vakgroep Vleeskalverhouderij Wim Thus stelt in het vakblad De Kalverhouder dat de nultolerantie bij uitzondering voor natuurlijke stoffen bespreekbaar moet worden. Henny Swinkels, directeur corporate affairs van de VanDrie Group is het met Thus eens dat er goed naar de nultolerantie gekeken moet worden. De grenswaarden zijn van jaren geleden en inmiddels is nul niet meer de nul van tien tot vijftien jaar geleden. Al is het aanpassen daarvan een zeer lastig verhaal, stelt Swinkels. Het veranderen van een nultolerantie naar een tolerantiegrens is een proces van de lange adem. Dit gaat namelijk niet alleen de kalverhouderij aan, maar de complete Nederlandse en Europese veehouderij. Nieuwe grenswaarden moeten Europees geregeld worden.

Dat het tijd is voor het voorzichtig aanpassen van tolerantiegrenzen blijkt wel uit het regelmatig vinden van chlooramfenicol (CAP), een verboden antibioticum. Naast de bekende chemische variant blijkt CAP ook van nature in stro voor te kunnen komen. Tot nu toe blijven de vondsten van CAP onder de gestelde grenswaarden, maar het zet het voeren van grotere hoeveelheden stro wel onder druk.