Kuipers: vogelgriepvariant geen acuut gevaar volksgezondheid
De huidige variant van vogelgriep die in Nederland heerst is geen acuut gevaar voor de volksgezondheid. “De zoönotische dreiging is op dit moment gering”, zegt minister Ernst Kuipers van volksgezondheid tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Bij het vogelgriepvirus zijn vijf mutaties nodig voordat het kan overgaan op zoogdieren. Bij de huidige variant worden er door het Erasmus UMC een of twee mutaties gevonden. Bij zowel gehouden dieren als bij wilde vogels wordt gekeken of er mutaties van virussen voorkomen. Kuipers benadrukt dat hij niet kan garanderen dat het zo blijft. “Het zou onverstandig zijn als je nu achterover gaat leunen.”
Mensen die in contact komen met besmette dieren, zoals pluimveehouders en ruimers worden ook gescreend. “Het aantal gevallen is tot nu toe beperkt. Maar het is een kwestie van continue monitoring. De zoönosegeletterdheid speelt daarbij wel een rol”, vindt Kuipers. Hij doelt daarmee op de kennis en alertheid bij mensen als ze ziek zijn dat dit mogelijk een zoönose zou kunnen zijn.
Minder dieren per stal
In Nederland komt nu hoogpathogene vogelgriep van het type H5N1 voor. Begin oktober werd een humane besmetting met H5N1 vastgesteld bij een medewerker van een pluimveebedrijf in Spanje. In januari van dit jaar werd het virus vastgesteld bij een 79-jarige man in Engeland. Dat zijn de enige twee bekende gevallen in Europa. Wereldwijd zijn er tussen 2003 en 2022 864 humane besmettingen met H5N1 vastgesteld in 19 landen. 53% van deze gevallen, 456 mensen, overleden aan het virus.
Kamerleden van PvdD, GroenLinks en PvdA vinden dat het kabinet te weinig doet om het ontstaan van zoönosen in de Nederlandse veehouderij te voorkomen. De partijen pleiten voor het verlagen van de veedichtheid door minder dieren per stal en minder stallen bij elkaar. Ook wil GroenLinks dat verschillende diersoorten minder dicht bij elkaar voorkomen. BBB’er Caroline van der Plas reageert geïrriteerd op de uitingen van Laura Bromet (GroenLinks). Ze spreekt van ‘paniekzaaierij’ en zegt juist door de hoge standaard van hygiëne en bioveiligheid het aantal uitbraken met dierziekten, zoals MKZ en varkenspest, nu veel lager ligt dan in het verleden.
Volksgezondheid
Kuipers wil bij de herindeling van het platteland via het nationaal programma landelijk gebied (NPLG) nadrukkelijk ook oog hebben voor zoönosen, om op die manier het risico hierop te verkleinen. “Inzet op het verbeteren van de natuur, bodem, water, stikstof en klimaat is ook relevant voor de volksgezondheid. Daarom wil ik vanuit volksgezondheid ook betrokken zijn bij het plan”, aldus Kuipers.
VVD’er Thom van Campen wil niet dat de zoönoseaanpak nog een extra stok is om in te grijpen in de veehouderij, naast stikstof. Kuipers zegt dat het wordt meegenomen in het totaal. Het gaat dan niet alleen over de inrichting van de veehouderij, maar ook naar de ontwikkeling van natuur en het risico’s daarvan, gezien de klimaatverandering.